Bijlage P. 6 Op 17 April in de avonduren werd weder stroom geleverd tot in het schakelstation van de P.G.E.M. te Zutphen. Inmiddels waren in het plaatselijk net de allernoodzakelijkste voorzieningen getroffen, zoodat na enkele uren ook over een deel van ons net stroom gevoerd kon worden, waardoor o.a. het Koelhuis, waar een groote hoeveelhe.d vleesch ter koeling was opgeslagen dat dreigde te bederven, weder in bedrijf gesteld kon worden. In overleg met het Militair Gezag, waarvan veel medewerking werd ondervonden, werden daarna geleidelijk de meest noodige be drijven, waaronder vooral de drukkerijen, op gang gebracht. Begin Mei kon weder van eenige levering van beteekenis sprake zijn, doch eerst na 15 Juli mocht de levering aan parti culieren aanvangen, alles echter, zoowel bedrijven als andere ver bruikers, sterk gerantsoeneerd. Dit is zoo gebleven tot aan het einde van het jaar, zoodat de stroomomzet zeer laag bleef zooals de hiervoor gegeven cijfers uitwijzen. Zooals reeds kortelings werd aangestipt, werd bij de bevrijding weder veel schade aangericht. Geheel vernield werd de trans formatorruimte in de Watertoren aan de Warnsveldscheweg. Zwaar beschadigd werden de ruimten aan den Marschweg bij de Gasfabriek, het haventerrein van Spieker Elferink, op de Nieuwstad en Emmerikscheweg, terwijl bijna alle andere hoog spanningsruimten en zuilen minder ernstig werden beschadigd. Ook werden door het opblazen van bruggen en duikers ver schillende hoog- en laagspanningskabels vernield, n.l. de Juliana- brug, de duiker Buitensingel en Emmerikscheweg. De hoogspanningskabel Emmerikscheweg en de hoogspannings ruimte aldaar konden provisorisch worden hersteld, waardoor de verbinding met het Pompstation van de Waterleiding weder tot stand kwam echter bleek in deze kabel nog een fout aanwezig te zijn, welke aanvankelijk niet te meten was en veroorzaakt was door inslag van een granaat in het wegdek. Aan de buitenzijde van deze kabel kon geen beschadiging worden waargenomen, doch bij het in bedrijf stellen ontstond sluiting tusschen de aders, zoodat inwendige beschadiging toch moet worden aangenomen. Na herstel kon het Pompstation weder in bedrijf worden gesteld. Inmiddels was reeds een noodvoorziening gemaakt door het plaatsen van een agregaat, waardoor in beperkte mate kon worden gepompt. Het aantal aangesloten verbruikers bedroeg op 31 December: 5271 tegen 5357 aan het einde van het vorige jaar, zoodat dit verminderde met 86. Reden hiervan was wel in de eerste plaats dat bij de bevrijding een groot aantal woningen onbewoonbaar werd door beschadiging, deels door granaatvuur, deels door het Bijlage P. 7 opblazen van bruggen en ook doorbrand. Veel gezinnen moesten bij andere onder dak worden gebracht, die uit den aard der zaak wel verbruikers bleven, doch niet afzonderlijk zijn opgevoerd en dus ook onder het boven aangegeven getal niet zijn medegeteld. Het aantal aangesloten motoren bedroeg 623 met een gezamenlijk vermogen van 2047 P.K., tegen 631 stuks met een vermogen van 2030 P.K. aan het eind van het vorig jaar. Vermoedelijk zal dit getal niet meer juist zijn, omdat ook fabrieken en bedrijven vernield of beschadigd zijn, waardoor ook wel motoren verloren zijn gegaan. Een nieuwe telling zal noodig zijn om weder tot een juist overzicht te kunnen komen, doch vooralsnog bestaat hier voor geen gelegenheid. Het aantal in het net geplaatste transformatoren bleef gelijk en bedroeg 40 stuks met een totaal vermogen van 2955 KVA. De transformator in de hoogspanningsruimte Watertoren moest wegens vernieling van de hoogspanningsruimte vervallen, doch bij de fa W öhrmann en Zn. werd een transformator van gelijk vermogen weder in gebruik genomen. Verschillende transformatoren werden bij de bevrijding meer of minder zwaar beschadigd, waarvan drie stuks ter reparatie moesten worden opgezonden, terwijl de overige door eigen per soneel hersteld konden worden. Een gelukkige omstandigheid was dat de reserve transformatoren welke in ons magazijn op de Nieuwstad waren opgeslagen bij de instorting van het magazijn gespaard zijn gebleven, zoodat deze dienst konden doen ter ver vanging. Minder goed is het gegaan met de meters welke in ons magazijn waren opgeslagen. Dit aantal was groot, vooreerst doordat een behoorlijke reserve aanwezig was om verouderde meters te ver vangen (dit laatste was intusschen wegens de onzekere toestand uitgesteld), doch ook doordat een vrij groot aantal, dat onbescha digd uit in 1944 vernielde of beschadigde huizen gekomen was, daar gedeponeerd was. Juist dit gedeelte van het magazijn is totaal ineengestort, zoodat maar weinig meters van deze voorraad konden worden gered. Met de in de woningen vernielde meters zal dit aantal ruim 400 bedragen, terwijl ook nog een gedeelte in reparatie is. De N.V. „IJsselcentrale" te Zwolle was ons zeer ter wille, door een aantal nieuwe lichtmeters te leveren en ook enkele speciale meters voor grootverbruikers, terwijl verder een deel in reparatie werd genomen. Wij zijn daarvoor zeer erkentelijk. Het spreekt vanzelf, dat bij zooveel beschadiging ook een groot deel binnenleidingen onbruikbaar werd, zoowel als meterleidingen. Het herstel hiervan kon slechts provisioneel geschieden wegens ge brek aan materiaal. Hierin komt echter geleidelijk eenige verbetering.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1945 | | pagina 85