Bijlage K.
4
ontwerpen. Regenten stellen zich voor dat dit voormalige klooster
een van de meest aantrekkelijke punten van Zutphen kan worden
uit een oogpunt van bezienswaardigheid en toeristisch belang.
De Drogenapstoren leed zware schade door een eveneens op
zettelijke poging om haar door ontploffingen te vernietigen, doch
het gebouw staat nog, al toont het de sporen van ernstige
ontwrichting.
De overige vestingwerken zijn niet beschadigd behalve de
kruittoren in de N.W. hoek van het vroeger ommuurde Nieuw-
stadsgedeelte, die reeds hersteld wordt. De overige monumenten
van belang uit een oogpunt van geschiedenis of kunst leden geen
belangrijke schade.
Zijn aldus de belangrijkste monumenten als geheel behouden
en herstelbaar, de stad leed onmetelijke schade door vernietiging
van geheele woonwijken en beschadiging van de meeste huizen.
Door de vernielingen aan de Barlheze en de Rozengracht is
een verrassend kijkje ontstaan op de Broederenkerk en hetzelfde
kan gezegd worden van den Bourgonjetoren door de vernietiging
van de Waliënkazerne. Het is echter niet waarschijnlijk dat het
mogelijk is in het centrum van een dicht bevolkte stad zooveel
onbebouwd te laten dat dit effect stand houdt.
Aan de plannen tot wederopbouw van Zutphen is thans reeds
meer bekendheid gegeven dan Regenten in kort bestek hier kunnen
weergeven, zoodat zij zich van een verslag der ontwerpen van
Ir Kuiper, architect van den Wederopbouw van Zutphen,
zullen onthouden.
Het archief van de Stichting met de aardige collectie van
origineele teekeningen van de heeren van Balen betreffende
de Oud Geldersche bouwkunst en een collectie krijtteekeningen
van Zutphen van de hand van Jkvr. M. de Jonge te Vorden
ging door den Museumbrand bij de bevrijding verloren.
Het Bolwerck leed schade aan dak en ruiten, terwijl het wacht
huisje op den vestingmuur nevens den Drogenapstoren met de
ouderwetsche dakpannen „monniken nonnen" vernietigd werd.
Deze schaden werden voorloopig begroot op f 2.580.—.
Het is regenten een groot genoegen om te kunnen melden dat
de eigenaars van den gevel Laarstraat no. 24 goedgevonden
hebben om de ontsierende reclameborden daarvan weg te nemen
en gezamenlijk plannen te beramen om den gevel weder aanzien
te geven. Dit is voorloopig door materiaalschaarschte tot het
uiterste beperkt moeten blijven.
Ter vergadering hadden de navolgende onderwerpen de aan
dacht behoud van het aardige gezicht vanaf het 's Gravenhof
op den Bourgonjetoren taak van de Stichting in de werkzaam-
Bijlage K.
5
heden van den Wederopbouw der stad herstel van de panden
Barlheze 53 en 55 waarvan de gevels niet zwaar beschadigd zijn
en dus voorloopig niet in aanmerking kunnen komen wenschen
aangaande reiniging van het interieur en herstel van het aanzien
van het gebouw het Bolwerck en onderhoud van den tuin, hetgeen
alles zeer verwaarloosd is monument voor de gevallenen, waar
voor verschillende plannen geopperd werden.
De Stichting organiseerde in samenwerking met de Maatschappij
tot'bevordering van het Nut van het Algemeen te Zutphen een
lezing met lichtbeelden van den architect A. A. Kok te Amsterdam
op 16 November in de Casinozaal der Groote Sociëteit, waar
ondanks het barre seizoen een levendige belangstelling was voor
het onderwerp „Restauratie van Dorp, Stad en Land.
De Commissie voor de vestingwerken van Zutphen gevormd
op initiatief van de Stichting, vergaderde met twee bestuursleden
van de Stichting „Menno van Coehoorn" en Ir Kuiper, den
architect voor den Wederopbouw, over de punten waarop de
herbouw van Zutphen en de belangen van behoud en ver
klaring der vestingwerken hand in hand kunnen gaan en met
elkander in botsing kunnen komen.
Dit gaf aanleiding tot een rapport waarin de Stichting Menno
van Coehoorn haar standpunt in 't kort uiteenzette als volgt
1. de vrij omvangrijke overblijfselen der ommuring met poorten
en torens moeten allen in stand blijven en zoo goed mogelijk
gerestaureerd, casu quo, geconserveerd blijven.
2. De 16e en 17e eeuwsche gebastionneerde vestingwerken:
De gedeeltelijk reeds overkluisde Berkelarm langsde Boomp-
jeswal zal moeilijk tot iets goeds te maken zijn in de daar
gedachte strook van plantsoen. Echter verdienen het ravelijn
van den Graaf Ottosingel (thans zwembad) met de voor en
naast gelegen contrescarp-wal aan de overzijde van het
water en vooral de resten van het Hoornwerk bij de
Zuiderhaven de aandacht.
3. De 18e eeuwsche getenailleerde vestingwerken. Hiervan zijn
nog in goeden staat en dienen gespaard te worden de
lunetten met voorgracht nabij het Slingerbosch, het Sidney-
park en het Ziekenhuis.
4. De z.g. linie van Hooff uit den Franschen tijd, waarvan
nog een overblijfsel is aan den Warnsveldschen weg tegen
over het Kerkhof. De wallen zijn verdwenen en er is nog
een gedeelte van de gracht over op het behoud waarvan
geen prijs gesteld wordt.