Bijlage A.
VERSLAG omtrent de toestand der GESUBSIDIEERDE
KLEUTERSCHOLEN in de gemeente Zutphen over 1945,
opgemaakt ingevolge artikel 31 der voorwaarden
(g. bi. 18 van 1939).
In het verslag over 1944 werd er reeds aan herinnerd, dat
onze kleuterscholen na de 5e September 1944 (de „Dolle Dinsdag")
niet alleen gesloten bleven al die resterende maanden tot onze
bevrijding in de eerste helft van April 1945, maar ook nog vele
maanden daarna.
De Commissie kwam na de bevrijding voor het eerst bijeen
op 17 Augustus 1945, in het bijzonder ter bespreking met de
hoofden der scholen en de Directeur van gemeentewerken
van de mogelijkheid tot heropening der scholen met de aanvang
van het nieuwe schooljaar in September d.a.v.
Deze eerste en enige vergadering in 1945 stond onder leiding
van mr G. J. H. Wagener, van Juni tot 26 November 1945
tijdelijk wethouder van onderwijs en als zodanig ook waarnemend
voorzitter der Commissie in verband met de ziekte van de voor
zitter, wethouder Th. W. Hoonings.
Het zou de heer Hoonings echter niet gegeven zijn opnieuw
in deze functie werkzaam te zijn de 7e October 1945 overleed
hij, 55 jaar oud.
De Commissie gedenkt met grote dankbaarheid de toewijding,
waarmede wethouder Hoonings steeds de belangen van het
kleuteronderwijs heeft behartigd. Dit onderwijs was bij hem zeker
niet het stiefkind onder de verschillende takken van onderwijs,
welke hij onder zijn beheer had. Integendeel, het nam een heel
grote plaats in zijn sociaal voelend hart in.
Mr G. J. H. Wagener bleef als voorzitter der Commissie
fungeren tot 26 November 1945, toen de Tijdelijke gemeenteraad,
de z.g. Noodraad, de heer J. Wagenaar tot wethouder ver
koos, die blijkens de van Burgemeester en Wethouders bij brief
van 8 December 1945, Afd. A.Z. no. 6026, ontvangen mede
deling was belast met de onderwijszaken en dientengevolge
krachtens de verordening met ingang van 26 November 1945
als voorzitter der commissie optrad.
In de samenstelling der commissie kwam voorts nog verande
ring door het bedanken als lid van Mevr. H. StolkSelkers,
die langer dan 25 jaar van de Commissie deel uitmaakte. In een
door alle leden der commissie ondertekend schrijven is haar dank
gebracht voor hetgeen zij in een zo lange reeks van jaren voor