Bijlage U.
6
Aanbestedingen.
Aanbestedingen hadden niet plaats. Wel werden in regie o.a.
uitgevoerd
door de fa Prins van Wijngaarden het lichten van een
aantal met puin geladen en als versperring gezonken schepen in
het verbindingskanaal,
het lichten van een door de bezetters tot zinken gebracht pont-
veer bestaande uit zolderschuiten en het weder inrichten van dit
pontveer voor eventuele noodgevallen,
het slopen en verwijderen van de opgeblazen brug over de
haven van Spieker en Elferink en het opruimen van de
versperringen bij die brug in de Pollaan en in de Kuiperstraat.
Door de fa Cristiani en Nielsen te 's-Gravenhage, het
slopen en verwijderen van de overblijfselen van de Larebrug en
de Julianabrug en het verwijderen van de versperringen bij de
Larebrug, bij de Julianabrug, bij de Marechaussee-kazerne, bij de
gem. reiniging aan de Buitensingel en bij de duiker in de Em-
merikseweg.
Door G. J. ten Elze te Zutphen, het herstellen van de nood
brug over de Berkel bij de Spittaalstraat, het maken van de
duiker in de Emmerikseweg en het slopen van de ruïnes van het
Politiebureau en de Hollandse Tuin, welk laatste werk in Sep
tember 1945 door Bureau Wederopbouw is overgenomen.
Door de fa Bessem te Zutphen, het herstellen van de Oost-
veensebrug en het slopen van de ruïnes van de z.g. Waliën-
kazerne, welk laatste werk eveneens in September 1945 door het
Bureau Wederopbouw is overgenomen.
Door de fa M. Jurriëns Zn te Zutphen, het maken van
een noodbrug naast de resten van de Julianabrug.
Door de fa Kool en Wilde boer te Hoogkerk, het herstellen
van de Watertoren, bestaande uit het maken van sokkels om de
opgeblazen stijlen, nieuwe betonvloeren en het dichten van het
reservoir.
De Baileybruggen in plaats van de opgeblazen Larebrug zijn
door het Geallieerde leger aangebracht en later aan de gemeente
overgedragen.
Door de Algemene Aannemers Combinatie te Zutphen, het
eerste noodherstel van de gebouwen aan de Landbouwwinterschool.
Algemeen.
Gedurende de eerste maanden van het jaar konden slechts de
meest noodzakelijke werken worden verricht en dan nog vrij
gebrekkig door het voortdurend luchtgevaar, door gebrek aan
materiaal en door de algemene ontwrichting van het openbare leven.
Bijlage U.
7
Aan straten, wegen, plantsoenen werd niets uitgevoerd, onder
houd van gebouwen beperkte zich tot het uiterst noodzakelijke,
de Reinigingsdienst werkte gebrekkig.
Enkele verhuizingen moesten nog worden verricht ten behoeve
van de legering van bezettingstroepen.
In hoofdzaak werd gewerkt aan het ruimen van puinhopen,
veroorzaakt door de bombardemementen in 1944 en van die
welke nog dit jaar plaatshadden Er hadden nog bombardementen
plaats op 6 Januari (bominslag Buitensingel) en op 6 Februari
(bominslag Rode Torenstraat), terwijl tijdens de bevrijding door
beschieting, ontploffingen en brandstichting veel puinhopen zijn
ontstaan.
Van 1 April af tot de bevrijding van de stad op 8 April, lag
het werk geheel stil, daar het verblijf op de weg meestal levens
gevaarlijk was en tenslotte onmogelijk werd door de militaire
acties, het opblazen der bruggen en het sluiten van de door de
bezetter gemaakte versperringen.
De verbinding van de stad met de Hoven was verbroken, zodat
het daar woonachtige personeel de stad niet kon bereiken.
Eerst na de bevrijding van de Hoven op 15 April en na het
tot stand komen van een verbinding over de IJssel, kon dit
personeel zich weer melden.
Na de bevrijding in de morgen van 8 April, bevond zich de
stad in gans ontredderde toestand.
Verwoest waren de IJsselbrug, de Rijksbruggen in de Deventer-
weg, de Larebrug, de Julianabrug, de Spittaalbrug, de Spoorweg-
havenbrug en de duiker in de Emmerikseweg en Buitensingel
zwaar beschadigd was de Oostveense brug.
Alle gemeentegebouwen deelden het lot van de meeste parti
culiere panden en waren zwaar of minder zwaar beschadigd. Het
huis de Waliën aan 's Gravenhof lag in puin, evenals het Politie
bureau het Wijnhuis werd op de dag der bevrijding nog een
prooi der vlammen.
De wegen waren overdekt met puin.
In de eerste plaats moesten tijdelijke voorzieningen voor het
verkeer worden getroffen en moest het ergste puin van de wegen
worden weggeruimd.
Het personeel, zowel werklieden als opzichters-personeel moest
worden uitgebreid in verband met het vele werk, dat in korte
tijd verzet moest worden.
Al spoedig moesten maatregelen getroffen worden voor nood-
herstel van beschadigde panden, zowel van de gemeente als van
particulieren.
Door het ontbreken van elk contact met instanties van Weder-