20 zwaar beschadigd of volkomen vernield zijn. Nog vele jaren zullen deze herstelkosten, en de achterstand in onderhoudswerkzaamheden het gemeentelijk budget beïnvloeden. We zijn echter weer vrij en de weg naar herstel, ook naar economisch herstel, ligt open. De nabije toekomst zal leren welke vorderingen ook de gemeente Zutphen op die weg gemaakt heeft. HOOFDSTUK V. OPENBARE WERKEN. Zie hiervoor het verslag van de dienst van gemeentewerken (bijlage U). HOOFDSTUK VI. OPENBARE ORDE, VEILIGHEID EN ZEDELIJKHEID. Politie. Bij de bevrijdingsgevechten op 8 April 1945 is het politiebureau aan de Groenmarkt met de gehele inventaris in vlammen opge gaan, tengevolge waarvan ook de politieadministratie verloren ging. Over het tijdvak van 1 Januari 1945 tot en met 8 April 1945 zijn dientengevolge geen nauwkeurige gegevens teverstrekken. De onderstaande gegevens hebben betrekking op het tijdvak van 9 April 1945 tot en met 31 December 1945. 1. Personeel Sinds de afwezigheid van de toenmalige Kapitein-Korpscom mandant der Politie, A. B. J. Annink in het najaar van 1944 is het Korpscommando wisselend bezet door politie-officieren van elders en wel (respectievelijk) door T. Meijdam en H. J. W. Huiskamp. Na de bevrijding heeft de heer J. Bokma enige tijd als Com missaris van Politie de leiding van het Zutphense Politiecorps gehad, doch deze moest het commando wegens benoeming tot Commissaris van Politie te Deventer neerleggen. De Heer H. A. van Steenis, Hoofdinspecteur van Politie te Hengelo (O), werd door het Militair Gezag met ingang van 1 Augustus 1945 tijde- 21 lijk belast met de waarneming van de functie van Commissaris van Politie te Zutphen. De Inpecteur van Politie J. van Klinken werd door het Militair Gezag gestaakt, welke staking per 29 November 1945 werd opgeheven. Inmiddels werd de adjunct-Inspecteur van Politie Jongboer in Renkum door het Militair Gezag met ingang van 10 September 1945 belast met de tijdelijke waarneming van de functie van Inspecteur van Politie 3e klasse. Na de bevrijding ontstond er door ontslag, staking en schorsing van enkele politieambtenaren een tekort aan personeel, welk te kort overeenkomstig overheidsvoorschrift werd aangevuld door aanstelling van hulppersoneel. Per 31 December 1945 bestond het Politiecorps uit 51 man, en wel uit 3 man hoger personeel en 48 man lager personeel, waarvan 1 brigadier, 4 hoofdagenten, 22 agenten, 1 administra tieve kracht en 20 hulpagenten. Er zijn in 1945 278 ziektedagen geregistreerd. Begonnen werd met de theorethische en practische scholing van het hulp personeel, waarvoor wekelijks 2x2 uur les werd gegeven. Uiteraard vergde de dienst veel van het personeel (extra be waking van getroffen en militaire objecten, sluikhandel e d.), doch er kan geconstateerd worden, dat de stemming in het corps goed bleef en het werk met opgewektheid en grote dienstijver werd verricht. 2. Outillage. Daar het politiebureau verloren was gegaan, moest omgezien worden naar een geschikt tijdelijk bureau. Nadat zij ondergebracht is geweest in „Ons Huis" (Zaadmarkt) en in de Schouwburg (Oudewand), is ten behoeve van de politie het pand Nieuwstad 79 alhier van het Rijk gehuurd, waarbij aan de Concierge, Mevrouw Lammers met haar gezin medebewoning werd verleend. Uiter aard voldeed het gebouw ten enemale niet aan de minimaal te stellen eisen. Hoewel provisorisch, zijn de eerste moeilijkheden echter opgelost (o.a. bouw van noodcellen, inrichting wachtlokaal). De voor de bevrijding van het Noorden des lands in Tilburg gevestigde Intendance der Nederlandse Politie heeft bij de weder opbouw van het Corps belangrijke diensten bewezen, met name ten aanzien van de kleding en uitrusting. Het personeel werd opnieuw bewapend met pistolen, terwijl de Intendance o.m. de rijwielbandenvoorziening naar behoren regelde. De gemeente beschikte over 9 dienstrijwielen, welke echter op 31 December 1945 aan het personeel zijn verkocht. Sindsdien wordt een rijwiel toelage uitgekeerd.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1945 | | pagina 12