Ilk
Bijlage R.
VERSLAG van het Gemeenteslachthuis te Zutphen en den
Keuringsdienst van Vee en Vleesch in den Kring Zutphen
over het jaar 1945.
Gode zij dank is het geheele personeel weer op zijn post en
is de tijd van onderduiken, op straat oppakken, 's nachts niet
thuis slapen, in één woord de tijd van terreur voorbij.
Als unicum kan vermeld worden, dat het geheele personeel en
hun gezinnen zonder persoonlijke ongelukken de oorlog door
gekomen zijn, hoewel de toekomst vaak heel donker voor één
of meer is geweest. Dankbaarheid moet onze harten vervullen.
In het begin van het jaar waren de duitschers nog heer en
meester op het slachthuis.
De eene slachtcompagnie na de andere kwam. Overal werden
de koeien en varkens vandaan gesleept, zelfs uit Groningen, om
door hen geslacht te worden.
Nuchtere kalveren waren niet goed genoeg voor hen en mochten
bestemd blijven voor de burgers. Ook is er een periode geweest,
dat varkens beneden 25 K.G. door de boeren zelf geslacht mochten
worden. Wat zijn er die tijd veel geslacht en het eigenaardige
was, in die tijd ontdekte je, hoe weinig je wist. Er werden toen
talrijke varkens geslacht, die ik voor de oorlog zou schatten op
100 150 K.G., doch de boeren beweerden toen, dat ze nog geen
25 K.G. wogen en ik nam het aan. In die tijd van verduistering
hadden de boeren blijkbaar het groote varken genomen in plaats
van het kleine. Toen onze bezetters later de groote varkens
moesten hebben, kregen zij de kleintjes.
De bezetters brachten hun eigen veearts en hulpkeurmeesters
mede, zoodat we als personeel er niets mede te doen hadden.
Tot hun eer moet vermeld worden, dat zij correct waren. Wat
een verschil met de S.S.ers.
In April kregen we de bevrijding.
Vijf dagen werd er om Zutphen gevochten. De bewoners bi
vakkeerden al die tijd zo mogelijk in de kelders. Zo nu en dan
kwam men, als een muis uit zijn hol, te voorschijn en ging op
bovenverdieping of zolder kijken, hoe het er bij stond.
Op vele plaatsen in de stad was brand uitgebroken, gesticht
door de bezetters.