Bijlage J.
VERSLAG OVER DEN TOESTAND VAN HET
GEMEENTE-ARCHIEF TE ZUTPHEN
IN 1944.
Aan den Heer Burgemeester van Zutphen.
In ernstiger mate dan in de voorafgaande jaren ondervond het
Gemeente-archief in 1944 den weerslag der oorlogsgebeurtenissen.
Maar en dit mag tot groote dankbaarheid stemmen -de
waardevolle inhoud van de archiefbewaarplaats bleef tot dusver
voor beschadiging bewaard.
Over de punten a. en b., die den toestand van archieflokalen
en brandbluschmiddelen betreffen, kan ik kort zijn. In het algemeen
bleef die toestand onveranderd alleen werden in het begin van
het loopende jaar door bominslag in de nabijheid van het Stadhuis
vele ruiten van het archiefdepot vernield, zoodat di^ in een voort-
durenden schemer is gehuld. Maar tot ernstiger schade kwam
het gelukkig niet.
Einde September werden de archieflokalen voor andere doel
einden in beslag genomen, zoodat het archief voor geruimen tijd
moest worden gesloten en ook mijn werkzaamheden practisch
onmogelijk werden gemaakt.
c. Zeodoeselekan ook_i?e toestand der verzamelingei?rBevre-
digend worden genoemd. Het gedeelte van het archief, dat nu
al meer dan een jaar in een bankkluis is ondergebracht, werd
geregeld door mij gecontroleerd en in orde bevonden. Het leek
mij raadzaam om behalve deze het eerste geëvacueerde archi
valia nog een aantal deelen uit archief en bibliotheek elders onder
te brengentenslotte werden in Maart 1945 nog eenige in
bewerking zijnde inventarissen en klappers op een veiliger plaats
geborgen. De archief-administfatie berust al geruimen tijd steeds
in de brandkast.
Het gewone inspectiebezoek van den Rijksarchivaris of zijn
plaatsvervanger bleef door de oorlogsomstandigheden achterwege.
d. Tot September 1944 kon ik mijn werk op normale wijze
voortzetten, hoewel van eigenlijke inventarisatie evenmin als
in 1943 sprake kon zijn. Ik bewerkte en voltooide klappers op de
oude huisnamen te Zutphen, op de groote maar vrij onoverzich-