86
Bijlage G.
VERSLAG OVER HET JAAR 1944 VAN DE COMMISSIE
TOT WERING VAN SCHOOLVERZUIM
TE ZUTPHEN,
De Commissie werd gevormd door Mevrouw Osterman en
de heren
H. J. van den Berg, voorzitter.
D. J. Wansink, plaatsverv. voorzitter.
G. N. Hagenaar, plaatsverv. secretaris.
en J. Meulenbrugge, secretaris,
Ten gevolge van de tijdsomstandigheden vergaderde de Com
missie slechts zesmaal. De laatste vergadering werd gehouden
op 28 Juli 1944. Nadien kon geen onderwijs worden gegeven.
Voor die zes vergaderingen moesten de ouders van 124 kinderen
worden opgeroepen. Hiervan bezochten er 21 de R.K. school
voor jongens, 2 de R.K. school voor meisjes, 8 school A, 31
school E, 4 school F, 24 school G, 16 school H, 14 de school
in de Hoven, 2 de Bijz. school op het Oude Wand en 2 de
Bijz. school aan de Leeuweriklaan.
De Commissie adviseerde de heer Inspecteur van het L.O. te
Zutphen 120 verzuimen als ongeoorloofd te beschouwen en 4 als
verschoonbaar.
Vier en vijftig ouders gaven aan de oproep gehoor. Vele
vaders en moeders klaagden over het gebrek aan voldoende
kleding en schoeisel. Natuurlijk bestond er grote schaarste aan
die artikelen, doch de Commissie kreeg meestal de indruk, dat
het gebrek in de onderhavige gevallen niet zo was, dat de ver
zuimen als wettig beoordeeld moesten worden. Sommige ouders
hadden kennelijk de kinderen thuis gehouden om bepaalde instanties
te dwingen hen van kleding en schoeisel te voorzien. Meermalen
kwam ook aan het licht, dat door afwezigheid van vele vaders
de tucht in tal van gezinnen ondermijnd was. Telkens opnieuw
spoorde de voorzitter de ouders aan hun kinderen nu meer dan
ooit het onderwijs geregeld te laten volgen.
Namens de Commissie voornoemd,
H. J. VAN DEN BERG, Voorzitter.
J. MEULENBRUGGE, Secretaris.