Bijlage R.
VERSLAG van het Gemeenteslachthuis te Zutphen en den
Keuringsdienst van Vee en Vleesch in den Kring Zutphen
over het jaar 1944.
Ook van het personeel van het slachthuis moest een gedeelte
voor tewerkstelling in Duitschland worden afgestaan.
De jongste, de hulpmachinist Wisseborn, werd door het
arbeidsbureau hiervoor aangewezen. Hij wenschte daar echter
niet als arbeider te werken, doch verkoos, omdat hij ook in mili
tairen dienst was geweest, als krijgsgevangene te gaan. Dit laatste
viel buiten de competentie van het arbeidsbureau. „Dan behoef
ik niet voor den vijand te werken", zoo zei hij op het arbeids
bureau. Men verklaarde hem daar voor abnormaal, geen verlof
zou hij krijgen, geen salaris, geen bewegingsvrijheid, enz. Men
was razend, dat hun prooi op die manier aan hun klauwen
ontsnapte.
Den dag, voordat hij zich moest melden, heeft Wisseborn
afscheid van het slachthuispersoneel genomen. Men was daar op
zijn minst verwonderd, dat hij zich ging melden. Hij durfde niet
anders, het was te riskant, om het niet te doen, zei hij. Wie niet
hoefden, hadden gemakkelijk praten. Bij de bevrijding was Wis
seborn aanwezig, hij heeft zich nooit gemeld en is ondergedoken.
De comedie is gespeeld terwille van zijn veiligheid. Er waren
geen verraders onder het personeel, doch onvoorzichtig gepraat
kon voor hem verschrikkelijke gevolgen hebben gehad.
Het personeel is altijd op zijn post gebleven. Het was vaak
benauwend.
Steeds en steeds weer was het spoorwegemplacement het doelwit
van jagers en bommenwerpers. Dan kwamen ook heel vaak bom
scherven op het slachthuis terecht.
De weg van de stad naar het slachthuis was levensgevaarlijk.
We moesten den overgang over bij het spoorwegemplacement.
Tevoren spiedden we zoo goed mogelijk de lucht af om te ont
dekken of we ook vliegtuigen hoorden of zagen. Soms wel en
dan was het wachten. Niet zoo erg, tijd hadden we in overvloed.
Gingen de vliegtuigen door, dan waagden we den sprong. Doch
ook gebeurde het vaak, dat de vliegtuigen terugkeerden en er
weer boven kwamen. Wij dan als een haas terug, of wij renden