20
Het is niet moeilijk de oorzaken van dit ook dan
nog ongunstige resultaat aan te wijzen.
In het algemeen kan hiervan worden gezegd, dat
uitgaafposten, die vroeger toereikend waren, dan wel
een overschot lieten, thans nauwelijks voldoende of
zelfs onvoldoende bleken.
In het bijzonder moge worden gewezen op:
hoofdstuk VI (openbare werken) dat f 23000.— onguns
tiger is uitgevallen dan de oorspronkelijke raming tenge
volge van lagere inkomsten, hoogere materialenprijzen,
herstel van oorlogsschade enz.,
hoofdstuk VIII 15 (nijverheidsonderwijs), waarvan
het nadeelig saldo f 10000.boven de raming was,
gevolg van het feit, dat de rekening van één der
nijverheidsscholen eerst in 1941 is goedgekeurd, zoodat
krachtens de desbetreffende voorschriften de bijdragen
van de buitengemeenten en de provincie op den dienst
1941 moesten worden verantwoord,
hoofdstuk XIII (bedrijven), dat vroeger geregeld een
extra-overschot opleverde en thans in totaal rond
f 10000.— beneden de raming bleef, welk eindcijfer
nog ongunstiger zou zijn geweest, als niet het slachthuis
een onverwacht batig saldo van f 7000.— had afge
dragen.
Tegenover deze tegenvallers stonden enkele mee
vallers.
De uitkeering uit het Gemeentefonds over een vorig
dienstjaar leverde f 10000..op, waarop niet gere
kend was.
De straatverlichting liet een overschot, evenals de
armenzorg, waardoor de hoofdstukken III en IX 1
beide f 11000.beneden de raming bleven.
Maar er zijn elk jaar meevallers en ditmaal waren ze
onvoldoende om de tegenslagen op te vangen.
21
De belastingopbrengsten waren in 1940 niet onbe
vredigend. Gememoreerd zij, dat in dit jaar het aantal
opcenten op de personeele belasting met 10 is ver
hoogd tot 190 a 210, dus gemiddeld 200, waarmede
het weliswaar niet wettelijke maar toch wel in de
praktijk als gebruikelijk beschouwde maximum is be
reikt, voorts, dat de straatbelasting, voorloopig met een
bescheiden tarief, is ingevoerd, met dien verstande, dat
zij op 1 Mei 1940 is in werking getreden, dus over
1940 slechts tot twee derden van een voljaarsbedrag
is geheven.
De resultaten der bedrijven blijken uit het voren
staande.
Alles bijeen genomen is de indruk van 1940 ongunstig
en opent het dienstjaar geen gunstige vooruitzichten
voor de naaste toekomst.
HOOFDSTUK V.
OPENBARE WERKEN.
Algemeen overzicht.
Hoewel de mobilisatie bijzondere eischen aan den
dienst van gemeentewerken bleef stellen, kon die dienst
tot het uitbreken van den oorlog normaal blijven
functionneeren.
De gebeurtenissen op en na 10 Mei deden de moeilijk
heden in niet geringe mate toenemen. Door goede
samenwerking van het geheele personeel en door het
verrichten van bijzondere arbeidsprestaties kon ook aan
die moeilijkheden het hoofd worden geboden.