Bijlage F.
4
zij het volhardend streven van het college gelukt in
1935 den eersten kring te vormen.
Toegetreden tot dezen kring zijn de gemeenten
Zutphen, Angerlo, Gorssel, Lochem en Voorst; alle
besturen van de daarin gelegen inrichtingen van bij
zonder onderwijs met uitzondering van die der Katholieke
scholen in Angerlo en een in Lochem hebben zich bij
den schoolartsendienst aangesloten, en de heer Keur-
schot mocht het als eene bekroning van zijn streven
in dit opzicht beschouwen, toen hij op 9 Mei 1935 het
bestuur van dezen kring in het gemeentehuis te Zutphen
kon installeeren.
Op 24 Juni d.a.v. had de eerste vergadering van het
kringbestuur plaats, welk bestuur bestaat uit deheeren
Mr. G. J. H. Wagener, R. van Luttervelt, Mr.
A. C. Baron van der Feltz, L. R. Wentholt,
Jhr. R. M. J. F. L. van Grotenhuis, respectievelijk
vertegenwoordigers der gemeenten Zutphen, Lochem,
Voorst, Gorssel en Angerlo, zoomede ds. P. M. de
Jong, namens de Protestantsche schoolbesturen, en de
heer F. Deurvorst, namens de R.K. schoolbesturen.
De vergadering werd nog bijgewoond door Dr. J.
van der Hoeven, vertegenwoordigende de Federa
tieve commissie der vereeniging voor de hygiëne van
Moeder en Kind.
In deze vergadering werd de heer Wagener be
noemd tot Voorzitter en de heer Wentholt tot secre
taris-penningmeester, een reglement van orde werd
voor de kringcommissie vastgesteld en eene instructie
voor den schoolarts, wiens finantiëele positie nader werd
geregeld als volgt aanvangssalaris f 5000.— 's jaars,
te verhoogen met tien jaarlijksche verhoogingen van
f 100. tot f 6000.voorts eene vergoeding van
Bijlage F.
5
f 1000.— per jaar voor reis- en verblijfkosten en f 500.
jaarlijks voor het sluiten van een pensioenverzekering,
door den schoolarts zelf te zijnen behoeve af te sluiten,
doch waarvan jaarlijks aan de kringcommissie of aan
het dagelijksch bestuur het bewijs van voldoening moet
worden getoond.
Ten slotte werd met ingang van 1 September voor
den tijd van vijf jaren met algemeene stemmen tot
schoolarts benoemd de heer L. v. d. Wilk, arts te
Amsterdam.
Zijne verhouding tot de commissie zal worden ge
regeld op den voet van een arbeidscontract.
Het is hier de plaats den dank der commissie uit te
spreken tegenover den inspecteur voor de Volksgezond
heid dr. L. A. Veeg er te Nijmegen en den vertegen
woordiger der Federatieve Commissie dr. J. van der
Hoeven te Eefde voor de welwillendheid, waarmede
zij ons geholpen hebben uit de talrijke sollicitanten een
voordracht voor de benoeming van den schoolarts op
te maken.
De heer van de Wilk heeft op 1 September zijne
functie aanvaard. De regeling van de administratie en
van de te volgen werkwijze nam eenigen tijd in beslag,
maar toen dat alles gereed was, is hij met de eigenlijke
werkzaamheden begonnen.
Hoe het daarmede nu gesteld is, kan blijken uit het
aan de leden der commissie toegezonden verslag van
den schoolarts.
We hebben den indruk verkregen dat zijne benoeming
eene gelukkige keuze is geweest.
De op die benoeming noodige goedkeuring van Ge
deputeerde Staten was op 31 December 1935 nog niet
afgekomen, evenmin de van dat college gevraagde