68 Bankwezen. Spaarbankvereeniging N.V. (Bornhovestraat 2). Deze Spaarbankvereeniging is opgericht 15 No vember 1866. Op 31 December 1934 waren 8200 spaarbankboekjes (34 meer dan einde 1933) in het bezit van inleggers. De gemiddelde inleg was f 580.38 tegen f 591.77 in 1933. In 1934 was het totaal aantal posten van inleg 7823 (tegen 7388 in 1933), dat van terugneming 5926 (tegen 5403 in 1933). In het geheel werd ingelegd in 1934: f 1.482.604.41 (in 1933: f 1.546.692.08), teruggenomen in 1934: f 1.691.349.06 (in 1933: f 1.562.705.45). Aan rente werd op 31 December 1934 bijgeschreven f 135.494.39 (tegen f 137.712.23 op 31 December 1933). Het totale bedrag ultimo 1934 aan inleggers ver schuldigd, met inbegrip der bijgeschreven rente, bedraagt f 4.759.123.48 (tegen f 4.832.373.24 op ultimo 1933). Einde 1934 waren 1186 spaarbussen in omloop (5 meer dan einde 1933), waaruit in 1934 f 20.105.78 geledigd en op de boekjes bijgeschreven is in 871 ledi gingen (in 1933 resp. 764 en f 19.656.47). De 40 arbeiderswoningen, door de Spaarbank gesticht, zijn alle bewoond. Plannen tot verbetering van deze woningen zijn in voorbereiding. Nedeclandsche Bank. De heer jhr. mr. C. C. de Jonge alhier is corres pondent van de Nederlandsche Bank. 69 HOOFDSTUK XII. ARBEID. W erkloosheid. In de werkloosheid, die de laatste jaren zulke groote financiëele offers van de openbare lichamen vordert, kwam nog geen verandering ten goede, zij nam integen deel nog toe al was het dan niet in die mate als in de voorafgaande jaren. De in 1933 en daarvoor genomen maatregelen tot leeniging van den nood bleven ook voor het afgeloopen jaar van kracht, zij het dan in eenigszins gewijzigden vorm. Zoo werden de tarieven van de voor deze ge meente geldende steunregeling op aandrang van den Minister van Sociale Zaken ingaande 1 Juli verlaagd. Voor de uitvoering van deze steunregeling wordt verwezen naar het verslag van het burgerlijk armbestuur (bijlage Q). De cursussen gegeven vanwege de Commissie tot ontwikkeling en ontspanning voor jeugdige werkloozen konden niet in even groote getale als het vorige jaar worden gegeven. Eensdeels werd dit veroorzaakt doordat de Minister als eisch voor de rijksbijdrage stelde, dat tenminste 10 deelnemers een cursus volgden. Vooreen groot deel was de oorzaak echter bij de jeugdige werkloozen zelf te zoeken, daar zij van een sterk ver minderde belangstelling blijk gaven. Hierin kwam echter aan het einde van het jaar een gunstige verandering. De volgende cursussen werden gegeven

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1934 | | pagina 36