Bijlage U.
18
gestelde agent te Zelhem en de directeur der arbeids
beurs te Winterswijk werden zooveel mogelijk voor
gelicht en inlichtingen werden hun verstrekt omtrent
zaken, betreffende de arbeidsbemiddeling, alsook werk-
loosheidsverzekering enz..
c. Werking en werkzaamheden der agentschappen.
Over het algemeen was de bemiddeling in het district
gunstiger, dan in 1933. Hiervoor zij verwezen naar
bijlage III, waarin de bemiddelingscijfers voor elk agent
schap afzonderlijk zijn opgenomen.
d. Omvang der uitwisseling van vraag en aanbod
in het district.
Zie bijlage III.
2. Bemiddeling tusschen de districts-arbeidsbeurzen
onderling.
Door de arbeidsbeurs te Zutphen werden geplaatst:
in Deventer 2 boekbinders, 1 letterzetter,
in Epe 1 boekbinder.
in Gorssel 1 auto-monteur, 1 dagmeisje, 2 dienst
boden.
in Lochem 1 behanger,
in Nijmegen 1 spoorlegger.
in Nootdorp 1 machinist,
in Velp 1 hulp in de huishouding,
in Voorschoten 1 graveur.
De volgende aanvragen werden te Zutphen voldaan
met werkzoekenden
uit Arnhem 3 koperdraaiers, 1 huisknecht, 2 me
taalslijpers, 1 confectienaaister.
Bijlage U.
19
uit Deventer1 letterzetter, 1 keukenmeisje, 1 slager,
1 kleermaker, 2 stucadoors.
uit Gorssel1 bootwerker, 3 dienstboden, 3 dagmeisjes,
uit Nijmegen: 1 huisknecht,
uit Nijverdal1 dienstbode,
uit Velp 1 kleermaker, 1 stucadoor.
uit Voorst: 1 bootwerker, 2 pakhuisknechts, 1 dienst
bode.
uit Zwolle 1 dienstbode.
Door de Nederlandsche arbeidsbeurs te Oberhausen
werd te Zutphen voldaan de aanvraag van een
werkmeisje.
VI. NEVENWERKZAAMHEDEN.
1. Werkloosheidsverzekering.
In 1934 werd in totaal uitgekeerd f 35978.89 tegen
f 50557.94 in 1933 en f 51596.06 in 1932.
2. Inlichtingen.
Aan den Directeur van den Rijksdienst der Werk
loosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling te 's Gra-
venhage werd advies uitgebracht over het verstrekken
van een visum aan vreemdelingen en over het verstrekken
van arbeidsvergunningen voor vreemdelingen, ingevolge
de bepalingen der wet van den 16den Mei 1934 (St.bl.
No. 657) tot regeling van het verrichten van arbeid
door vreemdelingen en het Koninklijk Besluit van
14 September 1934 No. 10.
3. Jeugdwerkloosheid.
Door het in het vorige verslag genoemde comité
werd in April begonnen met het inrichten van een