Bijlage Q. 58 kondiging vergoeding werd gegeven, voor een afstand van 2 maal 10 tot 15 K.M. daags f 0.50 per man en per week en voor een afstand van 2 maal 15 tot 20 K.M. daags f 1.00 per man en per week, hetwelk voordien respectievelijk bedroeg f 0.75 en f 1.25. Voorts werd bij schrijven van den Minister van Sociale Zaken dato 8 Mei 1934 Nr. 52-2504-1107 I W. en S. aan het Gemeente Bestuur medegedeeld, dat na kennisneming van de loonen, welke in het vrije bedrijf in deze gemeente werden betaald, de Minister het noodzakelijk achtte, dat een wijziging in de bestaande loonnorm bij de werkverschaffing werd ingevoerd. Deze norm werd, ingaande de derde werkweek na ontvangst van bovengenoemd schrijven, zijnde in de maand Juni, bepaald op 32 centen. Dit loon bedroeg voordien f 0.34'/2 Dus werd voor onze arbeiders de procentische toe slag boven den norm van f 0.30 per uur, die tot 26 Mei 1934 15 bedroeg, met ingang van dien datum gewijzigd in 7 De vergoeding voor regenverlet volgde dien wegzij was voorheen 80 van f 0.341/2, zij werd toen 80 van f 0.32. In opdracht van den Minister van Sociale Zaken ontving het Gemeentebestuur van de Rijksinspectie bij schrijven dato 25 Augustus 1934 bericht, dat de datum vervat in de bepaling, dat werklooze arbeiders, die na 1 Januari 1933 tijdens hun werkloosheid zijn gehuwd, niet bij de Werkverschaffing kunnen worden geplaatst, alvorens zij drie maanden in het vrije bedrijf hebben gewerkt, gewijzigd werd 1 April 1934.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1934 | | pagina 203