Bijlage Q.
4
Voor de Raadsvergadering van 8 Oct. 1934 werd
een voorstel van B. en W. ingediend, om den heer
Stijntjes van zijn lidmaatschap te ontheffen, wat
echter kon worden ingetrokken, doordat de heer Stij n-
tjes zijn verzoek om ontslag als lid van het Burgerlijk
Armbestuur indiende, zoodat in genoemde Raadsverga
dering aan den heer Stijntjes overeenkomstig zijn
verlangen, eervol ontslag uit zijn betrekking als lid van
het Burgerlijk Armbestuur werd verleend met ingang
van 15 October 1934. In de Raadsvergadering van
12 November 1934 werd in de vacature A. Stijntjes
benoemd de heer J. E. Beukenhorst. De samen
stelling van het Bestuur bleef verder onveranderd. Aan
het einde van het verslagjaar kwamen er geruchten op
van een spoedig aftreden van ons zeer symphatieke
lid, welke geruchten in het nieuwe jaar reeds vaste
vormen aannamen, zoodat wij thans tot onze zeer groote
spijt weten, dat Mevrouw Siemens ons in 1935 zal
gaan verlaten. Ofschoon het hier nog niet de plaats is,
er over te schrijven, kunnen wij niet nalaten reeds
thans onze spijt uit te drukken over dit a.s. verlies.
Hoewel wij Mevrouw Siemens met haar gezin niets
anders dan alles goeds toewenschen, is het toch met
diep leedwezen, dat wij haar straks zullen zien vertrekken.
Niet in de laatste plaats is er het personeel van het
bureau, dat met zeer veel leedwezen Mevrouw Siemens
ziet heengaan. Het zal voor haar opvolgster zeker
moeilijk zijn, een lid te worden, gelijkwaardig aan Me
vrouw Siemens. De gemeente Zutphen is veel dank
verschuldigd aan deze dame, die steeds een eerste plaats
in het Burgerlijk Armbestuur heeft weten in te nemen.
Evenals in 1933 heeft Mevrouw Siemens af en toe
geassisteerd, door het verrichten van schrijfwerk voor
Bijlage Q.
5
het bureau. Het bestuur zoowel als het geheele personeel
wenschen de familie Siemens een welverdiende rust
en veel goeds in hun a.s. nieuwe woonplaats.
Bureau en Personeel.
In het afgeloopen jaar, heeft in de personeelsbezetting
en in de werkzaamheden op het bureau een ingrijpende
verandering plaats gehad. Op 15 Maart 1934 werden
aan het bureau, de werkzaamheden voor de werkver
schaffing opgedragen. Deze werkzaamheden hadden
voordien plaats, bij de afd. gemeentewerken en afd.
Alg. Zaken. Door deze meerdere centralisatie van het
gemeentelijk steunwezen, werd een juister overzicht
verkregen, hetgeen aan de uitvoering zeer ten goede
is gekomen. Belangrijke voordeelen zijn hiervan het
gevolg. Als zoodanig kunnen wij noemen
1. Een betere invordering van de verstrekte loon-
voorschotten.
2. Een voorkomen van dubbele uitkeeringen.
3. Het aansluiten van steunverleening aan werkver
schaffing en omgekeerd.
4. Een betere controle, door uitwisseling van ervaring.
Ook de diensten van Armenzorg en steunverleening
aan valide werkloozen, hebben het voordeel van deze
centralisatie ondervonden. In den loop van het jaar is
de dienst voor Armenzorg tot verdere ontwikkeling
gekomen en is het aantal dossiers tot 744 uitgebreid.
De administratie wordt in verband met de huidige
personeelsbezetting uiterst sober gevoerd, waardoor de
overzichtelijkheid noodwendig te lijden heeft. Het werk
voor de informatiedienst nam in het bijzonder toe.
Vooral telephonisch worden zeer veel inlichtingen ver
strekt en ingewonnen. Op 1 Januari 1934 bestond het