Bijlage T.
2
Kwam ik het vorige jaar gereed met de beschrijving
der charters in regestvorm, in den loop van dit jaar
is nagenoeg de geheele rest van het archief tot 1795
beschreven, d.w.z. bijna alle stukken hebben een voor-
loopige plaats in den inventaris, zooals die volgens
mijn voorstelling zal worden. In dezen inventaris
zal een afzonderlijk hoofdstuk gevormd worden door
de stukken betreffende kwartiers- en landschapszaken.
Van een eigenlijk gezegd kwartiers- of landschaps
archief kan men niet spreken, daar in den tijd-zelf de
stukken niet apart zijn gehouden, maar in elk geval
verdient het uit praktische overwegingen aanbeveling,
om rondom de kwartiers- en landdagsrecessen een aan
tal stukken te groepeeren, al is het in vele gevallen
een zaak van eenige overweging of men een bepaald
stuk bij het eigenlijke stadsarchief of bij deze laatst
genoemde stukken zal voegen.
Hierna wacht mij de taak, om de beschrijvingen
van charters eener- en verdere stukken anderzijds, nu
nog onafhankelijk van elkaar geschied, met elkaar te
combineeren tot den definitieven inventaris.
Verder heb ik mij dit jaar bezig gehouden met het
sorteeren van de collectie-Gimberg, die daardoor
alsmede door de aanvulling van den, door den ver
zamelaar erop gemaakten klapper nu voor belang
stellenden te raadplegen is. Ook de zich sinds 1918
hier bevindende collectie Schimmelpenninck van der
Oye werd uitgezocht, zoodat de opschriften der om
slagen thans in overeenstemming zijn met hun inhoud.
Uit het archief werden geen stukken gepubliceerd.
Dr. Mengering te Duisburg nam ter plaatse een
afdruk van een zegel van Evert Mengerinck d.d. 1454.
Ten behoeve van de in April in de Leeszaal ge-
Bijlage T.
3
houden tentoonstelling van boeken en portretten be
treffende Willem van Oranje werd een brief van dezen
van 12 Maart 1580 uitgeleend.
In verband met de in April 1931 gesloten ruilover
eenkomst met het Rijksarchief in Arnhem vond nog
een voortdurende uitwisseling van stukken plaats.
Het aantal aanwinsten van de bibliotheek bedroeg,
afgezien van de afleveringen van loopende tijdschriften
en van de geregeld binnenkomende archiefverslagen,
8 boekwerken.
Het aantal bezoekers van archief en bibliotheek
bedroeg 36. Het terugloopen van het aantal, bij het
vorige jaar vergeleken, is te verklaren uit het feit, dat
enkele geregelde bezoekers gereed kwamen met hun
onderzoekingen.
Eenige malen werden archiefstukken tijdelijk gedepo
neerd in de Rijksarchieven te Utrecht en Groningen.
April 1934.
WILH. E. SMELT.