Bijlage M. 2 een vermeerdering dus met 4728 K.W.U. of ongeveer 5.6 De omzet voor „Licht en Kracht" dat is dus voor groot- en dubbeltarief verbruikers, steeg ook dit jaar aanmerkelijk. In 1926 werden afgegeven 919.030 K.W.U tegen 821.851 K.W.U. over het jaar 1925. Hiervoor werden dus 97.179 K.W.U. méér afgegeven dan over het vorige jaar of ongeveer 118 Deze grootere omzet moet gedeeltelijk n.l. voor ongeveer 57000 K.W.U.. worden toegeschreven aan bijzondere omstandigheden, doordat bij het ombouwen van het Pompstation der Gemeente Waterleiding gedurende geruimen tijd niet dubbele capaciteit gewerkt is, waardoor het verbruik abnormaal is gestegen. Indien het aantal K.W.U. woidt verminderd met bovengenoemde 57000 K.W.U. dan zou een vermeerdering overblijven van ruim 40.000 K.W.U. of ongeveer 4.8 Houdt men echter rekening met het feit, dat de grootverbruiker, waarvan in het vorig verslag werd gezegd dat aan het eind van het jaar geen stroom meer werd betrokken, over dat jaar toch nog ruim 58000 K.W.U. afnam en over 1926 niets meer werd verbruikt, dan is de vermeerdering voor de grootverbruikers niet onbeteekenend. Met uitzondering van enkelen, is vermeerdering van het verbruik te constateeren, bij sommigen zelfs aanmer kelijke vermeerdering. De per 1 Januari ingetreden verlaging van het tarief voor de maximum-belasting zal hieraan wel niet vreemd zijn. Opmerkelijk is het, dat enkele grootverbruikers zich maar moeilijk kunnen vereenigen met de toepassing van het maximaal-tarief, waar dit toch de billijkste regeling is, omdat ze reductie Bijlage M. 3 brengt voor diegenen, die in de avonduren geen of weinig capaciteit vragen. De klagers worden dan ook gevonden onder hen, die juist in de avonduren met méér dan de gewone capaciteit werken. Het verbruik voor abonnements-installaties liep ook dit jaar weder terug. In 1926 werden afgegeven 68.663 K.W.U. tegen 77.260 K.W.U. over 1925, een ver mindering dus van 8.597 K.W.U. of ongeveer 11.1 Behalve de vermindering die ontstaan is door overgang naar de categorie Vastrecht, is geen andere oorzaak te vinden dan grootere zuinigheid onder dit soort verbruikers, dat in hoofdzaak bestaat uit bewoners van kleinere woningen. Het verbruik volgens het vastrechttarief, waarvan door ongeveer 200 verbruikers gebruik gemaakt wordt en waarvoor voor het volgende jaar zich weder een niet onbelangrijk aantal opgaven, steeg van 30.180 K.W.U. over het vorige jaar tot 67650 K.W.U. over 1926. De vermeerdering van 37.470 K.W.U. of ongeveer 124 is natuurlijk een gevolg van het overgaan van andere verbruikers op dit tarief. Voegt men het ver bruik van de categorie „Licht" en „Vastrecht" bij elkaar, dan blijkt, dat over 1926 afgegeven werden 470.255 K.W.U. tegen 428.883 K.W.U. over 1925. Deze vermeerdering bedraagt 41.372 K.W.U. of ongeveer 9.6 Onder de 67.650 K.W.U. voor Vastrecht waren 28.412 K.W.U. a 7 cent Voor 1925 bedroegen deze cijfers 30.180, waarvan 11.365 a 7 cent. Het aantal aansluitingen vermeerderde met 157 stuks, waarvan 150 voor Licht, 8 voor Licht en Kracht over

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1926 | | pagina 201