43
Verslag betreffende de uitvoering van grondwerk in
de Uiterwaarden en de Weezcnrooi.
In November 1922 werd door den Raad een crediet
toegestaan voor liet egaliseeren bij wijze van werk
verschaffing van eenige perceclen grasland op de
uiterwaarden en voor het ophoogen met stortvuil van
de gemeente-reiniging van een laagte in de Weezen-
rooi. Dit werk werd 24 November 1922 begonnen,
doch moest zoowel in 1922 als in de eerste maanden
van 1923 herhaaldelijk onderbroken worden wegens
den hoogen waterstand en eerst van eind Maart af
kon door val van het water onafgebroken doorgewerkt
worden.
Op 9 April brak echter een staking uit, waarbij een
garantieloon van minimum f 18.per week werd
geëischt, niettegenstaande het stukloon zoodanig
was bepaald, dat bij flink werken een vrij wat hooger
loon verdiend kon worden. De staking duurde een
week, waarna het werk op de oude voorwaarden
werd hervat.
Op de genoemde''grondwerken waren meestal +70
werkloozen te werk gesteld. Besloten werd met 't oog
op het vergevorderd seizoen op 1 Mei het werk voor-
loopig stop te zetten, om het in Augustus weder voort
te zetten en geheel af te werken. Daar echter toen in
verband met de bouwvakstaking en de werkverschaffing
in het Coenenspark, de stand der werkloosheid het
niet noodig maakte, dit werk voort te zetten, werd
besloten hiertoe voorloopig niet over te gaan. Deze
werken zijn dus onafgewerkt gebleven en kunnen,
zoodra de stand der werkloosheid dit eischt, weder
om aangevangen worden.
Het geëgaliseerde gedeelte der gronden op de