Bijlage N.
14
gierd. Deze bemesting kan, wat kosten van aanwending
en meerdere weideopbrengst betreft, gelijk gesteld
worden met eene bemesting met kunstmest.
Het jaar 1921 kenmerkte zich door een drogen zomer
tijd, waardoor de aanvraag naar meststoffen ver
minderde.
Het sorteeren van lompen, papier, enz. bracht slechts
f 431,19 op. Hiervan kan worden vermeld, dat de
handelswaarde van dergelijke afval wegens gebrek
aan afnemers, zeer laag is. Veel papier, waarvoor
geen bergruimte aanwezig, werd dan ook niet uitge
houden, doch met het droogvuil gestort. Bij gebrek
aan eene goede stortplaats werd bij besluit van Bur
gemeester en Wethouders van 24 November 1921
als stortplaats aangewezen: le de slenken in de Var
kensweide, en 2e het noordelijk deel van de gracht
gelegen ten Westen van de Algemeene Begraafplaats.
Exploitatie.
De exploitatiekosten stegen ook dit jaar als gevolg
van de op 9 Mei 1921 plaats gehad hebbende salaris
regeling.
Geraamd werd oorspronkelijk f 103700,
De uitgaven hebben bedragen f 106073,29' /2 waar
onder voor buitengewoon f 5632,
Aan loonen werd betaald f 65056.411 /2
Aan salarissen - 11703,—
Aan loonen en salarissen te zamen f 76759,411 /2 of
f 5535,41 Va meer dan bij het vaststellen van de be-
B ij lage N.
15
grooting werd toegestaan; voor deze meerdere uitgaaf
werd geraamd f 7235,
Waar dus werd toegestaan f 103700,— -|- f 7235,
of f 110935,—, bleven de uitgaven ruim f 4860,—
beneden het toegestane bedrag.
De inkomsten werden geraamd op f 45060,— De
opbrengst bedroeg f 35050,07
Deze mindere opbrengst is hoofdzakelijk toe te
schrijven aan den verminderden verkoop van compost.
Verkocht werd slechts voor f 4223,—, terwijl geraamd
werd f 12000,De vraag naar compost blijft ge
regeld verminderen.
Werd bij gebrek aan meststoffen in 1915 een hoe
veelheid van 3600 M3. compost verkocht, deze
hoeveelheid verminderde in de opvolgende jaren als
volgt3333 M32875 M3., 2629 M3., 2915 M3., 1670 M3.
en voor 1921 ruim 900 M3. Daartegenover stegen
de ontvangsten aan beer. In 1915 werd verkocht
voor f 10087,terwijl in 1921 werd verkocht voor
f 20805,—.
Ofschoon de opbrengst van compost en beer thans
ruim f 7000,— meer bedraagt dan in 1915 en deze
meerdere opbrengst gedeeltelijk aan de hoogere mest-
prijzen per eenheid moet worden toegeschreven, valt
het niet te ontkennen, dat de tijdens de oorlogsjaren
hoog opgevoerde vraag naar meststoffen steeds ver
mindert. Welke factor de oorzaak hiervan is, valt
niet met zekerheid op te geven, doch waarschijnlijk
zullen verminderde koopkracht der afnemers, meerder
gebruik maken van kunstmest, of het afloopen der
zesjaarlijksche landpachten hun invloed wel doen gel-