118
10 voor tappen.
2 slijten.
4 logement.
2 voor slijten (2—10 liter).
65 totaal.
Het wettelijk maximum bedroeg op 31 Dec. 1919: 62
Bij Koninklijk besluit d.d. 31 Dec. 1910, No. 92,
is het maximum aantal vergunningen voor deze
gemeente vastgesteld op vijftig.
Het aantal verloven bedroeg op 31 Dec. 1919:
a. voor verkoop van alcoholhoudenden drank, anderen
dan sterken drank21
b. voor verkoop uitsluitend van alcoholvrijen drank 15.
De totale opbrengst van het vergunningsrecht over
1919/1920 was f 2971,871/,.
HOOFDSTUK VII.
Militie, Landweer en Landstorm.
A. Militie.
In verband met de buitengewone tijdsomstandigheden,
had voor de militielichtingen 1916, 1917, 1918 en 1919
geen loting plaats; met de lichting 1920 is met de
loting weder een aanvang genomen.
Gingen de vrijgestelden wegens broederdienst en
kostwinnerschap van de twee eerstgenoemde lichtingen
over naar den landstorm, voor de lichtingen 1918 en
1919 werden omtrent de inlijving bijzondere voor
schriften gegeven. Ook de vrijgestelden wegens broe-
119
derdienst en kostwinnerschap zullen tenzij zij wegens
persoonlijke onmisbaarheid zijn vrijgesteld voor
deze lichtingen als dienstplichtigen voor eerste oefening
worden ingelijfd en op een later te bepalen tijdstip
naar den Landstorm overgaan. Dit tijdstip is bepaald
op 21 Maart 1919.
De vrijgestelden der lichting 1920 zijn op 1 Januari
1920 naar den landstorm overgegaan.
Het totaal aantal ingeschrevenen voor die lichtingen
in deze gemeente bedroeg respectievelijk 177, 210,
200, 171, 173. Van de militielichting 1920 worden
totaal 71 man ingelijfd.
B. Landweer.
Op 1 Augustus 1919 ging de militielichting 1913
over naar de landweer en vormde de landweerlichting
1919.
C. Landstorm.
In 1919 zijn meerdere landweerplichtigen naar den
landstorm overgegaan.
Met de oproeping van landstorniplichtigen krachtens
art. 1 der wet van 31 Juli 1915 (Stbl. 345) werd
niet voortgegaan.
Blijkens de sterkteopgaven, weergevende den toe
stand op 15 December 1919, bedraagt het totaal aantal
ingeschrevenen in deze gemeente 720.
D. Vergoedingen.
Op 31 December 1919 was aan de betrekkingen
van35 militieplichtigen, 22 landweerplichtigen, 9