56
Bij raadsbesluit van 6 October 1919 werd aan de
Firma Vetter Co. te Zutphen een terrein lig
gende aan de Zuiderhaven ter grootte van 3000 M2.,
tegen een koopsom van f 10000,— verkocht.
Bij raadsbesluit van 6 October 1919 werd aan den
Chr. Nationalen Werkmansbond en Patrimonium een
stuk gemeentegrond aan den Weg naar Laren ver
kocht, groot 4120 M2. tegen een koopprijs van
f 4,— per M2.
Bij raadsbesluit van 17 November 1919 werd aan
M. B r u s een stukje grond aan den Buitensingel ver
huurd voor den tijd van 10 jaren, ter grootte van 80
M2. tegen een prijs van f 3,— per jaar.
Bij raadsbesluit van 17 November 1919 werd het
raadsbesluit van 7 Juli 1919, waarbij aan de Roei- en
Zeilvereniging „Isaia" te Zutphen een strook grond,
gelegen bij het Kabinetje in erfpacht werd uitgegeven,
in dier voege gewijzigd, dat aan genoemde vereeniging
een strook grond in erfpacht werd uitgegeven lang
80 M en breed 4 M. inplaats van 35 bij 4 M.
Bij raadsbesluit van 17 November 1919 werden aan
de firma H. J. R e e s i n k Co. f wee stukken ge
meentegrond aan de Havenstraat verhuurd, ter grootte
van 290 M2. tegen een prijs van f 0,30 per M2. per jaar.
Bij raadsbesluit van 19 December 1919 werd aan
Mej. C. L. M a k k i n k een stuk gemeentegrond aan
de Nieuwstad bij den Overweg verhuurd, ter grootte
van 215 M2. tegen een huurprijs van f 0,20 per M2.
per jaar.
Bij raadsbesluit van 19 December 1919 werd aan de
dames B. en J. Koerselman een gedeelte van het
57
opgehoogde terrein van het Coenenspark in erfpacht
uitgegeven, ter grootte van 800 M2. tegen een
jaarlijkschen canon van f 0,20 per M2.
Bij raadsbesluit van 19 December 1919 werd aan de
Zand-Maatschappij te Arnhem wederom voor den tijd
van 1 jaar een gedeelte van de Hooge Losplaats, ter
oppervlakte van 1007 M2. tegen een huurprijs van
f 20,— per 100 M2., verhuurd.
Bij raadsbesluit van 19 December 1919 werden aan de
Woningbouwvereeniging „De Woning" gevestigd te
Zutphen twee terreinen in erfpacht uitgegeven, gelegen
aan weerszijden van het terrein, waarop de woningen
van de Spaarbank staan, resp. groot 2800 en 3100 M2.,
tegen een jaarlijkschen canon van f 0,20 per M2.
Het ophoogen van de in erfpacht uitgegeven ter
reinen aan het Hoornwerk werd gegund aan den
laagsten inschrijver, den heer H. A. L o o y e n, aan
nemer te Gorinchem, deze werken waren aan het eind
van dit verslagjaar nog niet geheel voltooid.
De toestand der gemeente-landerijen over 1919 kan
over 't algemeen gunstig genoemd worden.
Even als het vorig jaar was ook dit jaar de water
stand in de maand Januari vrij hoog, en steeg tot
7.85 M. N.A.P., het gevolg hiervan was dat bijna
alle landerijen onderliepen, en aan de te veld staande
roggeakkers aanmerkelijk schade werd toegebracht.
Vooral toen tijdens den val van het water strenge
vorst intrad, waardoor de akkers met ijs bedekt werden.
De vorst bleef ongeveer tot de maand Maart aanhou
den, waarna een snelle dooi intrad met veel regenval