Bijlage N. 14 king in 1919 niet meer plaats had, waaruit blijkt dat het aantal uren aan den reinigingsdienst besteed, met 800 werkuren werd overtroffen. Deze 800 uren werden hoofdzakelijk besteed aan het schoonhouden van straatputten, het ophalen van slachtafval en het sproeien van straten en wegen. Door stopzetting der warmwatervoorziening wordt ook verklaard het belangrijk hooger bedrag aan huur- bespanning in 1918 betaald. Sedert 1913 worden de werkzaamheden opgegeven door gemeentewerken, (als het weghalen van plant- soenvuil, snoeisel, gras, enz. alsmede van vuil dat ge veegd wordt op de singels) gratis voor dien dienst verricht, welke werkzaamheden dit jaar een uitgaaf vorderden van f 217,80. Verzamelen van faecaliën. De ophaaldienst der tonnen is thans zoodanig ge regeld dat deze dienst des voormiddags 12 uur eindigt. Deze nieuwe regeling is het gevolg van het Raadsbesluit van 8 Maart 1918, waarbij gelden werden toegestaan voor de aanschaffing van meerdere paarden. Waar eertijds met twee ploegen in den tonnenophaaldienst werd volstaan, waarvan het gevolg was dat het perso neel ononderbroken werkte van v.m. 7 uur tot gem. n.m. 2 uur, dan ging schaften en eerst om 3lj2 uur weder aan den arbeid ging, heeft thans een nieuwe wijkin- deeling plaats gehad, wordt in drie ploegen gewerkt, en is de tonnenophaaldienst des v.m. vóór 12 uur af- geloopen. Het groote voordeel voor de gemeente van Bijlage N. 15 deze nieuwe indeeling is hierin gelegen dat thans het personeel op tijd gaat schaften en om P/2 uur weder beschikbaar voor den veegdienst in de stad komt. Er zijn thans 2967 wisseltonnen geplaatst, waarvan: in gemeentegebouwen 114, in rijksgebouwen 23, in gestichten 65, in woningen en werkplaatsen 2765. Onder vorenstaand aantal zijn medegerekend de tonnen geplaatst in de 40 nieuwe 'woningen aan den Buitensingel. In aansluiting met hetgeen daaromtrent in vorige verslagen werd vermeld, wordt hier nogeens gewezen op de wenschelijkheid dat de afvoer van faecaliën bij verordening geregeld, te herzien. Een zoodanige nieuwe verordening zal niet alleen in het belang der hygiëne zijn, doch ook op den duur de gemeente van de steeds stijgende kosten aan het tonnenstelsel verbonden, ont heffen. Thans kan gerekend worden dat iedere geplaatste ton aan de gemeente f 10,per jaar kost. Beerputten. In het afgeloopen jaar werden 153 beerputten met de pneumatische machine geledigd. In de jaren 1910 191S werden resp, 106, 103, 111, 115, 139, 152, 127, 181 en 107 putten geledigd. De afwijking in de ge tallen van de drie laatste jaren wordt verklaard door er aan te herinneren dat in 1917, ten einde zooveel mogelijk te voorzien in de schaarschte aan meststoffen, de privaatputten kosteloos werden geledigd.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1919 | | pagina 243