Bijlage N. 4 lijksche verhoogingen van f 0,90 werden toegekend, zoodat een werkman in de 5e loonklasse geplaatst op zijn maximum een weekloon kan bekomen van f 32,40. Ook werd aan de werklieden 14 dagen vacantie toe gekend, en besloten als vacantiegeld uit te betalen 1/50 van het jaarloon tot een minimum van f 30,—. Wat betreft de invoering van de 45-urige werk week kan worden vermeld dat dit op 1 Januari 1920, met instelling van den vrijen Zaterdagmiddag, is geschied. Op eigen verzoek werd met ingang van 2 Juni 1919 bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 24 Mei 1919 aan den werkman E. H. Egbers eervol ontslag verleend. Bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 6 Mei 1919 werd, wegens het bereiken van den 65-jarigen leeftijd, eervol ontslag verleend aan den werkman D. K 1 a a s s e n. Bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 6 Februari 1919 werd de werkman in vasten gemeente dienst J. Siebers met ingang van 1 Maart 1919 aan gesteld tot werkman-voerman bij de reiniging met zijn plaatsing in de 3e loonklasse. Met 1 September 1919 werd bij besluit van Burge meester en Wethouders van 19 Augustus 1919 de tijdelijke voerman N. Borg aangesteld tot vast voer man bij de reiniging en geplaatst in de derde loonklasse. Bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 27 December 1919 werden: le. met ingang van 30 November 1919 tot vast werkman bij de reiniging benoemd de tijdelijke werk lieden P. P 1 e u r, J. de Wit en H. J. Marks; Bijlage N. 5 2e. met ingang van 30 November 1919 tot werkman voerman benoemd de werkman F. J. B e n n i n k; 3e. met ingang van 31 December 1919 tot schilder de tijdelijke werkman T. F r a n t z e n. Bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 18 December 1919 werden de loonen van het jeugdig personeel herzien en met gem. f 3,per week verhoogd. Ook werd bij besluit van Burgemeester en Wet houders van 13 November 1919 aan de tweeontsmet- ters een toelage toegekend van f 4,per week, deze toelage overeenkomende met de gemiddelde overver- diensten over het jaar 1918 door deze werklieden ge noten. Voor de luilpontsmetters werd een toelage vast gesteld van f 0,15 per uur. Bij besluit van 27 Mei 1919 werd in verband met den gestegen Iconstandaard met ingang van 1 Juli 1919 de toelage aan de voerlieden toegekend wegens het verrichten van werkzaamheden vóór- en na diensttijd, van f 1,op f 1,50 per week gebracht. Verder werden krachtens besluit van Burgemeester en Wethouders van 19 September 1919 met ingang van 1 October 1919 tot tijdelijk werkman bij de reiniging- aangesteld O. Broer, W. S o o I s m a, H. H. M e p p e 1 i n k en G. O 11 h u i s. Het werkliedenpersoneel bestond op 31 December 1919 uit: 16 werklieden (reinigers, waaronder 4 tijde lijke werklieden). 10 voerlieden, 2 schilders, 1 hoefsmid,

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1919 | | pagina 238