42
van Burgemeester en Wethouders te beslis
sen, dat de heer H. W. Massink het in
art. 19 der Gemeentewet gestelde vereischte
van ingezetenschap der gemeente verloren
hebbende, mitsdien heeft opgehouden lid
van den Raad te zijn. 4 September d.a.v.
werd conform het advies der Commissie
besloten. Tegen dit Raadsbesluit kwamen
de heeren H. W. Massink en Mr. J. B. Sölner
bij Gedeputeerde Staten in beroep. Bij
besluit van Gedeputeerde Staten van 26 Sep
tember 1916 No. 71 werd het Raadsbesluit
van 4 September 1916 vernietigd. Deze
beslissing werd 9 October 1916 door den
Raad voor kennisgeving aangenomen.
7 Aug. Besluit tot toekenning van een subsidie aan
de Zutphensche Handelsvereeniging ter zake
van de paardenmarkt en tot goedkeuring
van de plaats waar paardenmarkt zal ge
houden worden.
4 Sept. In het College van Curatoren over het
Gymnasium was eene vacature ontstaan
door het uittreden van Mr. Ch. M. s'Jacob.
Ter voorziening in die vacature droegen
Curatoren ter benoeming voor de heeren
Mr. F. J. L. G. Dikema en Mr. Dr. L. H.
N. Bosch Ridder van Rosenthal, beiden te
Zutphen.
Voorts werden wegens periodieke aftre
ding van den heer Dr. J. Campert, ter
benoeming voorgedragen de heeren Dr. J.
43
Campert te Gorssel en Dr. E. J. W. Hol
leman te Zutphen.
In de raadsvergadering van 4 September
1916 werd de heer Dikema benoemd in
de vacature ontstaan door vertrek van den
heer s'Jacob, terwijl de heer Mr. Dr. R.
W. Baron van Lynden te Zutphen werd
benoemd in de vacature ontstaan wegens
periodieke aftreding van den heer Campert.
Deze benoeming werd door den heer van
Lynden niet aanvaard terwijl de heer Dikema
bij schrijven van 12 September berichtte
dat de wijze waarop de aanbeveling van
het College van Curatoren met betrekking
tot een zijner periodiek aftredende leden
door den Raad was ontvangen, hem noopte
hoezeer tot zijn leedwezen, de benoeming
niet aan te nemen. Vervolgens berichtten
Curatoren dat zij in het gebeurde aanleiding
vonden om gezamenlijk als curatoren af te
treden. In de raadsvergadering van 18 Sep
tember 1916 nam de Raad dit schrijven
van Curatoren voor kennisgeving aan, zulks
onder dankbetuiging voor de bewezen dien
sten, terwijl in de raadsvergadering van
8 October 1916 de volgende heeren tot
Curatoren werden benoemd
1. Dr. A. J. Oort, ter voorziening in de
vacature ontstaan door zijn aftreden.
2. Dr. A. J. van Rhijn, ter voorziening in de
vacature, ontstaan door zijn aftreden.