Bijlage E. 6 maatregelen van orde, deels aan een nieuw leerplan gewijd. Dit laatste wacht met invoering op de reor ganisatie van het handwerkonderwijs. De Christelijke School voor 1. o. aan den Paardenwal veranderde haar negenmaandelijksche klassen in halfjaarlijksche. Tengevolge van het in 1914 vastgestelde maximum van 40 leerlingen per klasse, werd bij den aanvang van den nieuwen cursus aan School B/C de 2e klasse van 44 leerlingen gesplitst en een tijdelijke onderwij zeres aangesteld. De 4e klasse werd gesplitst wegens onvoldoende ruimte, terwijl de 7e en 8e klasse, reeds gecombineerd in Februari na het vertrek van den Heer KLAREN, in September opnieuw gecombineerd werden. Ook op School D werd de hand gehouden aan dit maximum, zoodat met den nieuwen cursus hier wegens gebrek aan lokaliteit ongeveer 50 leerlin gen geweigerd moesten worden, waaruit blijkt dat de moeilijkheden, door de Commissie indertijd bij haar reorganisatievoorstel te berde gebracht, zich reeds in sterke mate vertoonen. Aan School H bleven twee leerkrachten door mobi lisatie ontbreken, de tijdelijke krachten wisselden nog al eens, wat van invloed was op de resultaten van het onderwijs. School F mist eveneens een onderwijzer. De R. K. Jongensschool zag één der twee gemobiliseer- den terugkeeren, waardoor de toestand er in zooverre herstelde, dat iedere klasse weer haar eigen onderwijs kracht bezit, uitgezonderd de 6e klasse, die gecombineerd met de 7e klasse door 't hoofd der school wordt onderwezen. Een van de twee nieuw bijgebouwde loka len is nu in gebruik genomen en voldoet uitstekend. Bijlage E. 7 De Commissie berichtte in Februari en in Juli aan Burgemeester en Wethouders dat zij van meening was dat een herziening der salarissen bij het m. u. 1. o. en u. 1. o. zeer gewenscht was, zij ontveinsde zich niet dat er daardoor een schrille tegenstelling kwam met de salarissen van het gewoon 1. o., maar een nieuwe regeling hiervan zou toch ook niet lang meer op zich kunnen laten wachten. Zij deed daarna een concreet voorstel aan Burgemeester en Wethouders, wier voor stel aan den Raad echter niet werd aangenomen. Er werd echter een Commissie uit den Raad benoemd om de gansche salariëering van het lager onderwijs het herhalingsonderwijs uitgezonderd onder de oogen te zien. Op een desbetreffend verzoek, adviseerde de Com missie in juni aan Burgemeester en Wethouders dat haar een plaatsing van kleine voorraden verbandmid delen in de gebouwen voor openbaar onderwijs om verschillende nader genoemde redenen niet wensche- lijk voorkwam. Bij de behandeling der gemeentebe- grooting werd op voorstel van een der Raadsleden tot deze plaatsing besloten. Dr. E. C. C. VAN Lennep vond in zijn drukke werkzaamheden een reden om ontslag te vragen als schoolarts en onttrok aldus tot leedwezen der Com missie zijn zeer gewaardeerde diensten aan het lager onderwijs. Op verzoek van den tweeden schoolarts werd de betreffende verordening zoo gewijzigd dat ook aan één schoolarts het medisch toezicht kan worden opgedragen, waarvoor hij vervolgens door den Raad werd benoemd.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1916 | | pagina 163