Bijlage B.
24
schikt was voor drinkwater en ais zoodanig afgekeurd
moest worden, deed daarvan mededeeling aan Burgemeester
en Wethouders, onder verwijzing naar Artikel 22 der ver
ordening op het bouwen en de bewoning in deze gemeente
met bijvoeging van een afschrift van het rapport.
Van Burgemeester en Wethouders ontving de Commissie
daarna bericht, dat de eigenaar dier woningen door hen
was aangeschreven zoodanige maatregelen te nemen, dat
deze woningen zoo spoedig mogelijk, althans binnen' een
maand van goed drinkwater waren voorzien.
De Commissie ontving daarna van den Directeur van
Gemeentewerken mededeeling, dat de eigenaar dier wonin
gen een nieuwe pomp had geslagen op ongeveer 10 Meter
afstand der bestaande, terwijl bleek dat de afgekeurde
pomp niet is opgeruimd en vermoedelijk nog wordt ge
bruikt. Althans toen de Commissie, naar aanleiding van
het bericht van genoemden Directeur het water van deze
nieuw geslagen pomp wilde laten onderzoeken, kon dit
niet geschieden, omdat de pomp volgens mededeeling
tijdelijk weder verwijderd was.
In verband met het voorkomen van een ander geval
van typhus besloot de Commissie het water van de pomp
van den melkleverancier met het oog op het daarin aan
wezig zijn van typhusbacillen, aan hef Centraal Laborato
rium ten behoeve van het Staatstoezicht op de Volksge
zondheid te Utrecht te laten onderzoeken.
Het daarop ontvangen rapport gaf de Commissie geen
aanleiding het onderzoek voort te zetten.
Door een der leden werd de aandacht gevestigd op het
Bijlage B.
25
water van de pomp in het perceel Havenstraat No. 16,
waarover door een der bewoners werd geklaagd. De
Commissie besloot dit water scheikundig te laten onder
zoeken. Naar aanleiding van het rapport, waarbij dit water
ongeschikt werd geacht voor drinkwater, richtte de Com
missie een schrijven tot Burgemeester en Wethouders,
onder overlegging van een afschrift van dit rapport en
bericht, dat dit water niet voldoet aan het bepaalde in
Artikel 22 der verordening op het bouwen en de bewo
ning in deze gemeente. Van Burgemeester en Wethouders
werd later mededeeling ontvangen dat genoemd perceel
aan de gemeentewaterleiding was aangesloten.
Ook besloot de Commissie het water van de pomp
staande bij de woningen Polsbroek No. 90, 92, 94, 96,
98, 100 en 102 scheikundig te laten onderzoeken. Hoewel
het water niet onberispelijk bleek te zijn, kwam het naar
hare meening niet voor afkeuring in aanmerking.
HOOFDSTUK X.
Levens- en Genotmiddelen. Gebruiksartikelen.
De Commissie besloot weder de gepasteuriseerde melk
die hier ter stede verkocht wordt door de Zutphensche
Melkinrichting en de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek te
Eefde te doen onderzoeken.
Als bijlage VII is de uitslag van het gehouden onderzoek
aan dit verslag toegevoegd.