jfyÓ Bijlage B. 4 wenschte te onderwerpen en spoedig daarop de gemeente weer heeft verlaten. Het 19e congres voor openbare gezondheidsregeling op 12 en 13 Juni te Maastricht gehouden, werd bijgewoond door het lid C. Bijl. De onderwerpen, die in behandeling kwamen, zijn: 1. Lichamelijke ontwikkeling; ingeleid door de heeren Dr. O. Scheltema, buitengewoon hoogleeraar te Groningen en W. H. Nijsten inspecteur voor de lichamelijke opvoeding te 's-Hertogenbosch. 2. Gebruik van mortel bij huizenbouw; voordracht door den heer J. A. van der Kloes, hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft. 3. Het wetsontwerp betreffende de vee- en vleeschkeuring; prae-adviseurs de heeren Dr. H. Markus, leeraar aan de Rijksveeartsenijschool te Utrecht, Dr. J. Poels, directeur van de Rijksseruminrichting te Rotterdam, H. B. J. van Rijn, burgemeester van Venlo, Dr. P. M. J. M. E. Woltering, hoofdinspecteur van de volksgezondheid te's-Hertogenbosch. 4. De bestrijding van de vervuiling der openbare wateren, in verband met de wetsontwerpen Riolenwet en Hinderwet; prae-adviseurs de heeren Jhr. Mr. Dr. E. A. van Beresteyn, burgemeester van Veendam, Mr. Dr. C. J. H. Schepel, president van het Hoog Militair Gerechtshof te Utrecht, Dr. P. M. J. M. E. Woltering, hoofdinspecteur van de volksgezondheid te 's-Hertogenbosch. In de vergadering der Commissie van 25 Juni werd door den heer Bijl een uitvoerig verslag over het behan delde uitgebracht. Voor het jaar 1914 was de begrooting vastgesteld in Bijlage B. 5 ontvangst en uitgaaf op een totaal bedrag van f 1590.— waarvan door de gemeente bij te dragen een bedrag van f 1190.—. (Bijlage III). In de vergadering van 26 Maart is de rekening en ver antwoording over 1913 nagezien en voorloopig vastgesteld, sluitende met een voordeelig saldo van f 119.425, welk bedrag bij den gemeenteontvanger werd gestort. De rekening en verantwoording is door Burgemeester en Wethouders goedgekeurd in hunne vergadering van 16 April 1914. Van de goedgekeurde rekening werd een afschrift aan den Hoofdinspecteur gezonden. In 1913 werd voor rekening der gemeente uitgegeven een bedrag van f 1110.575. (Bijlage IV). De begrooting van ontvangsten en uitgaven voor het jaar 1915, opgemaakt tot een bedrag van f 1585.—, werd vastgesteld in de vergadering van 28 Mei. Zij werd bij het gemeentebestuur ingezonden, begeleid van de daarbij behoorende memorie van toelichting. Aan Gedeputeerde Staten van Gelderland en aan den Hoofdinspecteur werden afschriften dier begrooting gezonden. Van Burgemeester en Wethouders van Zutphen werd bij schrijven van 14 November 1914 bericht ontvangen dat de ten laste der gemeente komende bedragen van f 300, en f 885,— op de gemeentebegrooting voor het jaar 1915 zijn uitgetrokken. De Commissie ontving van den Hoofdinspecteur het verzoek aan den Centralen Gezondheidsraad te zenden een staat betreffende de namen enz. harer leden op 31 December 1913, met het oog op een in het jaarverslag

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1914 | | pagina 95