62 Bij besluit van Burgemenster en Wethouders d.d. 17 November 1914, afd. A/Z, No. 4205 werd den Gar nizoenscommandant vergunning verleend tot den tijde- lijken aanleg van centrale verwarming in de boterhal. Torens. R. C. Kerktoren. Wegens bouwvalligheid en gevaar voor de omgeving werd de lantaarn op dezen toren afgebroken. Ingevolge Raadsbesluit van 28 September 1914 (bericht van Burgemeester en Wethouders afd. A/Z, No. 3464) werd aan J. W. Polman ondershands dit werk opgedragen voor f 425,De afbraak werd opgeborgen in het gebouw Lange Hofstraat No. 3. Uit de stukken blijkt dat de afbraak van de lantaarn meer dan noodzakelijk was. De toestand van de lei bedekking van den toren laat nog steeds veel te wenschen over. Ook is een gedeelte der ruiters met dakbedekking, ter plaatse van de hoekkepers vergaan. Deze toestand ofschoon nog wel eenige jaren kunnende blijven bestaan, blijft een gevaar voor de omgeving en zal tot een spoedig algeheel verval van den toren leiden. Wijnhuistoren. Van dezen toren werden de gevels onder den eersten omloop zooveel noodig uitgehakt en opnieuw ingemetseld met zoogenaamde reuzen moppen, te weten handvormsteenen van buitengewone afmetingen speciaal voor dit doel gebakken. De zand- steenen banden, blokken en lijsten, die ten deele uit- gevroren en vergaan waren, werden na gedeeltelijke vernieuwing opnieuw in het werk aangebracht. Ook 63 eenige consoles moesten worden vernieuwd. De blinde ramen werden voor zoover deze bepleisterd en geverfd waren afgebikt en opnieuw ingevoegd, terwijl de nog aanwezige luiken, die aan den buitenkant als blinde ramen zijn beschilderd en zich als een bouwkundige leugen aan den toeschouwer opdrongen, werden ver vangen door Iosneembare ramen. Hoewel de toren niet als in zijn geheel gerestaureerd kan worden beschouwd, werden toch die werkzaam heden uitgevoerd die met den geplaatsten steiger verband hielden. De herstelling van het carrillon dat aan de firma Eysbouts te Asten werd opgedragen, is overeen komstig het contract met die firma en tengenoege van den stadsklokkenist, opgeleverd. De herstelling van het carrillon heeft f 1745,— gekost. De bliksemafleiders op de drie torens werden één maal beproefd en in goeden toestand bevonden. De totaalkosten aan torens en uurwerken besteed, hebben bedragen f 3046,38V2- Bij besluit van Burgemeester en Wethouders werd het uitkomende oude handklavier van het klokkenspel in bruikleen aan het Stedelijk Museum afgestaan. Gebouwen, bestemd voor het openbaar onderwijs. Deze zijn de volgende: 1. De Bewaarschool op den Paardenwal. 2. De Bewaarschool in de Hoven, met woning voor onderwijzeres. 3. School A, hoek Lombardsteeg en Oude Wand. 4. School BjC, aan de Gasthuistraat.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1914 | | pagina 34