~'^-~°sne'rnBre""
-e'C vir*d"
Bijlage R.
10
bloed eene^aarlijksche Toelage™ '°"g-
gezonden werk wordt verschaft mLrï' f°e'
,n spinnen van wol of het breid ee,s besfaande
heilzame van dien ma treil t" k°USen"' "Hef
is", zoo vertelt Van
vindende men als het ontkennen,
iaars op Z«^5 straten^eerDe'^" 3'geen bede'
behoeftigen staat als 1 tot 21 of h" eVenredlghe,d der
derd zielen". 'Jna zes van de hon-
hfer Wn Ti' ^kt,
de werkinrichting ^n IC C ta^Pas"."zr"hT
het bi^L^ln^oTkefvo Van.,btre,'Werk (voornam^
vrouwen. V°°r m,Ilfairen) ^n behoeftige
armenwet van 1854 gerekend'a'^1 2
in onzen tijd eerst de heer F I w v^hh°ofd
na (sedert 1886) de heer K. C ten Pas" da3r"
-ht "°g in 188d voor f6000 aan grondstoffen
en ver^en^Le /eiwe c' t™en"Wezen, deel II, blz. 56
venhage 1816, blz. 146, b^l'"^ NasporinSen> 's-Gra-
der stad zSphen^bL^'P^,fe,ijke BeschriJving
in 1832. an Tl's boekje verscheen
Bijlage R.
11
en betaalde toen f 1800 arbeidsloon uit. De verkoop
van het gebreide goed bracht toen f 7800 op.
Het hoogste aantal personen, aan wie de inrichting
in 1880 op verschillende tijden van het jaar werk
verschafte, bedroeg 180, het laagste 100.
In 1899, het laatste jaar, dat de inrichting bestond,
werd voor f 590,75 aan grondstoffen gekocht en
f 221,90 aan arbeidsloon uitbetaald. De verkoop van
het gebreide goed bracht toen f 737,65 op.
Het hoogste aantal personen, aan wie de inrichting
in 1899 op verschillende tijden van het jaar werk
verschafte, bedroeg 20, het laagste 12.
De gemeente gaf elk jaar aan deze werkinrichting
f 75 subsidie
Er bestond vroeger te Zutphen eene vereeniging
„Kamer van Navraag", welke in 1889 was opgericht".
Volgens art. 2 van hare statuten, vastgesteld 5 Febr.
1889, had deze vereeniging ten doel:
„1° de particuliere armenzorg zooveel mogelijk te
leiden door het verschaffen van inlichtingen omtrent de
omstandigheden, de behoeften en de beste wijze van
ondersteuning van hen, die de hulp van een of meer
dere der leden inroepen,
2° bedelarij en misleiding tegen te gaan,
3° gezonde begrippen omtrent armenzorg te ver
spreiden."
Ieder lid, die een arme wilde ondersteunen, kon bij
ce Kamer naar hem informeeren. Daarvoor had zij
Zij komt niet voor op de oude lijst der instellingen
van weldadigheid, bedoeld op blz. 18 hierna.
