- 2 Bijlage M.
52
De onder Nos. 2 tot 10 genoemde personen vallen
onder de bepalingen der Verordening, opgenomen in
Gem. Blad No. 201, de onder No. 11 genoemde onder
die van Gem. Blad No. 199.
Voor de werkzaamheden aan de filters, enz. werden
losse werklieden in dienst genomen, terwijl ook in
dezen zomer, tijdens het groote waterverbruik, gedu
rende meerdere weken een losse arbeider dienst deed
als hulpstoker.
Op 31 December 1914 waren ten laste der Water
leiding de volgende pensioenen:
a. die, welke geregeld zijn bij verordening, opgenomen
in Gem. Blad No. 204:
f 136,04 voor J. A. Dijkland, gewezen Adj. boekhouder,
besluit Burgemeester en Wethouders 14 Nov. 1911.
f 431,- voor P. van der Sman, gewezen fitter, besluit
Burgemeester en Wethouders 23 October 1912.
b. die, welke geregeld zijn bij Verordening, opgeno
men in Gem. Blad No. 205:
f 300,— voor Wed. M. Spaanderman, besluit van
Burgemeester en Wethouders d.d. 21 September 1909.
In verband met de bepalingen van het Werklieden
reglement (Gem. Blad No. 199) is in den loop van
dit jaar uitbetaald
f 21,68Va ingevolge art. 31 (loon op feestdagen niet
vallende op Zondagen.)
f 18,78 32 (uitkeering bij ziekte.)
f 37 verzuim.)
f 11,50 38 verlof.)
f 51,961/2 totaal.
Bijlage M.
53
Eén werkman verzuimde wegens ziekte 98 werkuren.
Straffen werden niet toegepast.
Toestand der Inrichting.
Gebouwen aan het pompstation.
Hieraan had het gewone onderhoud plaats.
Stoomwerktuigen en ketels.
Machine No. 1 werd geheel hersteld. De cilinder
werd uitgeboord en alle stangen vernieuwd en de
condensor ook geheel in orde gebracht. Het gevolg
hiervan was, dat het stoomverbruik van deze machine
veel geringer is geworden. Daar de tweede machine
niet in orde gebracht kon worden, met het oog op
het grootere waterverbruik, werd zooveel mogelijk met
machine No. 1 gewerkt, hetgeen duidelijk merkbaar is
in het geringere kolenverbruik. Zoodra er gelegenheid
is, zal machine No. 2 op dezelfde wijze in orde ge
maakt worden.
Tengevolge van deze herstelling, kon het geheele
jaar één stoomketel in de behoefte voorzien, zij het
dan ook met een geringer gebruik van bries.
Waren in het vorig jaar per 1000 M3. opgepompt
water noodig 700 K.G. kolen en 15,7 H.L. bries
en cokes, thans kon worden volstaan met 625 K.G.
kolen en 9lu H.L. bries. Het brandstofverbruik
is dus veel verbeterd.