1( l Bijlage B.
30
Door eene subcommissie werd dit ontwerp onderzocht
en schriftelijk rapport daarover uitgebracht. Na behandeling
in de vergadering van 28 Mei, werd deze ontwerp-veror-
dening met eenige door de Commissie voorgestelde wijzi
gingen aan Burgemeester en Wethouders teruggezonden.
Voorts ontving de Commissie van Burgemeester en Wet
houders bij schrijven van 27 November 1914 nog om ad
vies, ontwerpen van Verordeningen op de algemeene be
graafplaats en tot heffing en op de invordering van be
grafenisrechten, benevens een ontwerp eener instructie voor
den opzichter der algemeene begraafplaats. Nadat door eene
subcommissie rapport hierover was uitgebracht, deelde de
Commissie aan Burgemeester en Wethouders mede, dat voor
zoover het de volksgezondheid betreft, er door haar op de
betrekkelijke ontwerp-verordeningen en de ontwerp-instruc-
tie geene bemerkingen waren in te brengen.
In September 1913 werd door de heeren van Houten,
c.s. aan H.M. de Koningin een verzoekschrift gericht, waar
in de noodzakelijkheid werd aangetoond tot wijziging over
te gaan van de bestaande wetgeving op de uitoefening
der geneeskunst. De Centrale Gezondheidsraad ontving
dit adres van den Minister van Binnenlandsche Zaken om
bericht en raad. Aangezien het den Centralen Gezond
heidsraad gebleken was dat enkele Gezondheidscommissies
zich over dat adres wenschten uit te spreken, noodigde
de Hoofdinspecteur de Commissie uit, voor het geval zij
zulks ook wenschte te doen, hieraan vóór 15 Maart gevolg
te geven, bij een tot hem gericht schrijven. Na kennis
neming van het adres en behandeling in de in Februari
Bijlage B.
31
gehouden vergadering, besloot de Commissie over boven
bedoeld verzoekschrift aan den Centralen Gezondheidsraad
geen advies uit te brengen.
Een staat van verordeningen en besluiten der gemeente
Zutphen in het belang der Volksgezondheid vastgesteld,
of daarmede in verband staande, en nog van kracht op
31 December 1914, is als bijlage IX aan dit verslag
toegevoegd.
HOOFDSTUK XII.
Onderwerpen, niet vallende onder een der vorige
Hoofdstukken.
Door den Hoofdinspecteur werd de aandacht der Com
missie gevestigd op in den handel voorkomende opgezette
jonge eendjes, een Japansch artikel, dienende tot speelgoed
of tot garneering, onder mededeeling dat de huidjes dezer
diertjes met arsenicum tegen bederf zijn geprepareerd en
dus schadelijk kunnen zijn voor de volksgezondheid. Uit
een onderzoek is de Commissie gebleken, dat dit artikel
hier niet wordt verkocht.
De Commissie plaatste ook nu weder, evenals zij zulks
deed vóór de zonsverduistering op 17 April 1912, eene
advertentie in de beide hier ter stede verschijnende cou
ranten, om het publiek te waarschuwen tegen het zien
met het onbeschutte oog naar de zonsverduistering op
21 Augustus.