Bijlage B. 26 tuiging, dat deze reiniging en ontsmetting grondig en met de meeste zorg waren uitgevoerd. HOOFDSTUK VIII. Geneeskundige Armenzorg. Hieromtrent zijn geene mededeelingen te doen. HOOFDSTUK IX. Drinkwatervoorziening. De subcommissie indertijd benoemd tot het samenstellen van een nieuw regulatief voor wateronderzoek, kwam met haren arbeid gereed. De vergadering waarin dit regulatief werd behandeld en vastgesteld werd bijgewoond door den Inspecteur Dr. G. Romijn. Dit nieuwe regulatief werd daarbij nog aangevuld met een titratie met 1/10 N. zuur tegenover methyloranje. Het water der Gemeentewaterleiding werd in dit jaar zes maal onderzocht Het verslag over dat onderzoek is opgenomen als bijlage VI. Bewoners van de perceelen Weg naar Emmerik No. 61, 63, 65, klaagden over het water van hunne gemeenschap pelijke pomp, dat bij een voorloopig onderzoek veel zand bleek te bevatten. Het werd daarna scheikundig onderzocht. De Commissie vond hierin geene aanleiding bij de eigenaren op andere watervoorziening aan te dringen. Bijlage B. 27 Ook werd een onderzoek ingesteld naar het water van de pomp staande bij de woningen Diezerstraat No. 92, 94, 96, 98. Het water bleek verre van onberispelijk en de Commissie besloot daarom, den eigenaar dezer woningen aan te schrijven voor eene betere watervoorziening zorg te dragen. Tijdens de behandeling dezer zaak werden deze woningen verkocht en vernam de Commissie dat de kooper voornemens was deze woningen af te breken. Aan het ge nomen besluit werd dientengevolge geen uitvoering gegeven. Van den Centralen Gezondheidsraad werden ontvangen exemplaren van „wenken voor de zuivering van drink water langs scheikundigen weg". Bij een bezoek aan de, in verbouwing zijnde woningen op het Lutherschhofje (Geweldigershoek), die aan het einde van dit verslagjaar nog niet geheel waren afgewerkt, bleek het dat de nieuwe tweekamerwoningen aan de gemeente waterleiding zullen worden aangesloten. HOOFDSTUK X. Levens- en genotmiddelen. Gebruiksartikelen. In deze gemeente wordt gepasteuriseerde melk verkocht van de Zutphensche Melkinrichting en de Zuivelfabriek te Eefde. Zooals in het vorig jaarverslag vermeld, besloot de Commissie de gepasteuriseerde melk dezer beide fabrieken te doen onderzoeken en werd daarmede dan ook reeds in 1913 aangevangen. Het resultaat van dit onderzoek gaf de Commissie aanleiding tot enkele opmerkingen, in

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1914 | | pagina 106