120
Instelling uit de Regenten: Mr. W. J. L. Umbgrove,
Voorz., Mr. J. L. A. Stolk, Secretaris, en C. Storm
Buysing.
De heer R. H. Loef Schuphoven was Rentmeester;
de heer J. A. Nijenhuis, Gildeknecht.
Gedurende het jaar 1913 genoten 50 personen,
hetzij het geheele- of een gedeelte van het jaar, preu-
vingen a 60 cent per week. Aan preuvingen werd
betaald f 1558,20.
De inkomsten bestonden uit rente van: 18aandeelen
a f 1000,— en 2 obügatiën ad f 500,—, in
geldleeningen dezer Gemeente, 1 pandbrief van
de Nederlandsche Hypotheekbank te Veendam a
4ll-2%, groot f 1000,inschrijving van een kapitaal
groot 16600,— op het 3% Grootboek der N. S., 2
certificaten N. W. S. 3% ieder groot f 200rente van
de sommen f 2500,—, f 1000,— f 7300,— en fj 1000,—
gehypotheceerd op vast goed en eenige thinsen en
uitgangen tot een gezamenlijk van bedrag f 18,60.
St. Anthony Kleine Broederschap van de Nieuwstad.
In 1913 werden aan 20 personen wekelijksche
geldpreuvingen a f 0,50 uitgereikt.
Het Bestuur bestaat uit de OlderliedenMr. W. J.
L. Umbgrove en Thorn. A. Goddard, en.de Gilde-
meesters Mr. J. B. Sölner en Jhr. C. van de Merwede
Quarles van Ufford.
In een vacature van Olderman was bij het einde
van het jaar 1913 nog niet voorzien.
121
Bornhof.
Het Bestuur bestaat uit de volgende provisoren
Mr. J. B. Sölner, president, H. W. Massink, secretaris,
S. J. Meyjes, L. G. Maaldrink, F. Ypey Jr.
De Heer H. W. Massink werd als zoodanig door
den Gemeenteraad in December 1913 herkozen.
Rentmeester is de heer H. Kuipers.
Het aantal provenieren in het Bornhof, bedroeg op
31 December 1913: 199 (106 mannen en 93 vrouwen.)
Deze provenieren zijn te verdeelen in: 174 Ned.
Hervormden en 25 Roomsch-Katholieken, en naar den
ouderdom: Van 50—60 jaar 15
61—70 72
71-80 93
Boven de 80 19
In den loop van het jaar overleden 6 provenieren;
1 provenier verliet het gesticht, terwijl 10 personen
werden opgenomen.
De gebouwen bevinden zich in goeden staat.
Met de verbetering van verschillende perceelen grond
en den aanplant van boomgewas werd voortgegaan.
De resultaten der verschillende ontginningen en ver
beteringen zijn over het algemeen zeer gunstig te
noemen.
Bij de begrooting voor 1913 werden geraamd:
de gewone ontvangsten, waaronder een
vermoedelijk batig saldo van 1912, groot
f 2043,27 opf 60542,161/2
de buitengewone ontvangsten op 17500,—
Samen f 78042,16l/2