52
Verslag omtrent uitgevoerde grondwerken
op blokken 25, 26 en 32 der Marschweiden,
overeenkomstig het werkplan ter verbetering
der Landerijen.
Overeenkomstig het door Burgemeester en Wethou
ders, bij hun schrijven van 12 Mei 1911, No. 36, aan
den Raad aangeboden werkplan, is bij Raadsbesluit
van 3 December 1912, voor verbetering der Lande
rijen toegestaan, voor den dienst 1913, een bedrag
van f 1802,75, waaruit de kosten van de navolgende
werken werden bestreden.
Op 16 October 1913 werd bij onderhandsche in
schrijving de verbetering van bovengenoemde blokken
aanbesteed.
De uitslag daarvan was dat G. Pieper (grondwerker
in de Hoven te Zutphen), het laagst had ingeschreven
voor de som van f 1605,Het werk werd aan dezen
inschrijver gegund.
In het geheel moest, met inbegrip van het uitdiepen
der laak en het opzetten der taluds, verwerkt worden
7465 M3. grond, zoodat 211/2 cent per M3. te verwer
ken grond werd betaald. Op 27 October werd met
het werk begonnen. Het werd geregeld voortgezet tot
einde December, toen het werk wegens den hoogen
waterstand moest worden gestaakt. Bij het opmaken
van dit verslag was 3/5 gedeelte van het werk gereed.
Gedurende 54 dagen is met 8 werklieden en 16 dagen met
7 werklieden gewerkt, waarvoor is uitbetaald f 856,—,
53
zoodat, na aftrek van een bedrag van f 49,50 voor
huur van spoor en kipwagens, blijkt dat bij dit werk
per man en per dag ruim f 1,48 is verdiend.
Er werd gemiddeld ruim 8 uur per dag gewerkt.
Voor de verbetering der Varkensweide werd de op
de gemeentebegrooting dienst 1912 uitgetrokken som
van f 3600,— bij Raadsbesluit van 2 September 1913,
overgeschreven op de gemeentebegrooting dienst 1913.
De Varkensweide en de bedekte weg waren echter
verpacht om te beweiden tot 11 November, zoodat
met opmeten en uitzetten eerst na dien datum kon
worden begonnen. En toen men met de uitzetting enz.
klaar was, kon wegens den hoogen waterstand de uit
voering van het werk niet worden voortgezet.
Omschrijving van de wijze van uitvoering
der werkzaamheden op de blokken 25,
26 en 32 der Marschweide.
De werkzaamheden werden uitgevoerd op de vol
gende wijze:
De op te hoogen terreinen werden voor zooveel
noodig omgespit of geploegd, om te bewerkstelligen
dat het regenwater voldoende kon wegzakken.
Het af te graven terrein werd met putten van ruim
1 M. breed uitgegraven, tot op een diepte van 40 c.M.
beneden het aangegeven peil, hetgeen noodig was,
om de meerdere diepte te kunnen vullen met den boven
grond en de zoden van volgende af te graven strooken
grond. Deze wijze van bewerking verzekerde het boven
blijven van den humusrijken grond.