42
aantal nieuwe pachters, dat in den loop der jaren er
bij kwam, opnieuw publiek verpacht en wel voor den
tijd van 9 laren. De uitslag daarvan is geweest, dat
de opbrengst ongeveer 20 hooger was dan voor
heen, hetgeen in hoofdzaak zijn oorzaak vindt in de
meerdere vraag naar bouwland voor groentencultuur.
De perceelen bouwland, 1 en 3a van de Linie van
Hooff, aan den Buitensingel, werden niet opnieuw in de
groote verpachting van bouwlanden opgenomen, maar
bij de gemeentelijke kweekerij aangetrokken.
Een gedeelte grond op het Hoornwerk werd be
schikbaar gesteld voor de Geldersche Vereeniging van
Kunstnijverheid, tot uitbreiding van de Ambachtsschool.
Bij Raadsbesluit van 1 April 1912 werd opnieuw
voor den tijd van 8 jaren verhuurd het Erve den
Brink aan G. te Winkel voor de som van f400,—per
jaar, ingaande 22 Februari 1913.
Bij Raadsbesluit van 2 Juni 1913 werd aan E. Beek
man een strook grond aan den Marschweg verpacht
voor den tijd van 4 jaren, tot 15 December 1910, voor
de som van f 12,— per jaar. Aan Joh. Memelink
werd bij Raadsbesluit van 8 juli een strook weiland
aan den Marschweg verpacht tot 1 December 1919
voor de som van f 15,— per jaar. Verder werd nog
verpacht aan Joh. Oostenenk, een gedeelte grond van
de voormalige Linie van Hooff, voor hooibergplaats,
voor den tijd van 6 jaren tot 15 December 1919, voor
de som van f 4,- per jaar.
Nog werd verkocht aan Jonkheer Mr. Dr. P. C.
Hooft Graafland 3 M3. kleizodengrond af 1,50 per ML
43
en aan H. Boesewinkel en J. Langejan Fzn. respect.
58 en 4 M3. kleigrond a f 1,per M3.
Bij besluit van den Minister van Waterstaat, d.d. 20
Juni 1912, No. 268, en van 14 November 1913, No. 234,
is aan de Gemeente Zutphen vergunning verleend
tot het maken en verhoogen en houden van eene
zomerkade langs het Lijnpad en op de Marschweiden.
De vroegere voorschriften van den Rijkswaterstaat
waren, dat het Lijnpad niet hooger mocht liggen dan
2 M. boven middelbaren rivierstand, alzoo op 6.56 -f
NAP. Deze voorschriften zijn in dien zin gewijzigd,
dat de kaden en het Lijnpad nu mogen liggen op
een hoogte van 2,40 -j- NAP. boven middel
baren rivierstand dus op 6,96 NAP.
In het voorjaar van 1913 werd op de Marsch en de
Beugelwaard deze verhooging aangebracht. Over een
lengte van 78° M- werd een geheel nieuwe dijk
gemaakt. De kosten hiervan hebben bedragen f 332,—.
Het verhoogen van het Lijnpad langs de Lage
Waard en het maken van eene zomerkade, werd bij
onderhandsche aanbesteding (perceel 1 beneden de
brug, lang 710 M. en perceel 2 boven de brug, lang
495 M.) gegund aan G. J. en H. J. Brouwer, grond
werkers alhier, respectievelijk voor f295,—en f 165,—.
Bij het opmaken van dit verslag was het le perceel
geheel afgewerkt en opgeleverd. Op het 2e perceel
moest wegens den hoogen waterstand het werk ge
staakt worden.
Een gedeelte van het le perceel, lOen kloot der Var
kensweide gelegen aan den Vierakkerweg, groot 1.05
H.A., zijnde hoog weiland, werd als bouwland verpacht