\TV Bijlage B. 2 J. L. Siemens, artsaftr. ju]i lgi5 L. O. Maaldrink, leerlooieri ju|j jgjg D. Molenaar, ingenieur 1 juij 19]6 C B|)'' arfsJuli 1916. Vacature„1 Juli 1917. Voorzitter D. Molenaar. Secretaris: J. C. Goldenberg. De bode E. J. Haijtink heeft in het afgeloopen jaar weder zijne gewone diensten aan de Commissie bewezen. Mededeeling werd ontvangen van het overlijden van den Inspecteur der Volksgezondheid, den heer P. O. J.Joosten, waarop met een brief van rouwbeklag aan de familie is geantwoord. Ook werd door de Commissie bericht ontvangen van het overlijden van den heer G. L. Tjeenk Willink, die tot 1 Juli 1907 voorzitter dezer Commissie was. Aan de fa milie werd een schrijven van deelneming gericht. Van den Commissaris der Koningin werd mededeeling ontvangen, dat den Inspecteur der Volksgezondheid, den heer J. M A. Zoetmulder, met ingang van 1 November als ambtsgebied is aangewezen de provinciën Noord-Brabant, Gelderland en Limburg. Deze Inspecteur is in het bizonder belast met het toezicht op de handhaving van de wettelijke bepalingen betreffende de volkshuisvesting. Tot het deelnemen aan de vergaderingen werden geen deskundigen uitgenoodigd (Art. 25 Gez. Wet)alleen werden op eene vergadering eenige inlichtingen verstrekt inzake den bouw van een ontsmettingsoven door den Directeur der Gemeente-reiniging, den heer G. A. de Monyé. tiet tweemaandelijkse!! onderzoek van het water der Bijlage B. 3 gemeentewaterleiding bleef opgedragen aan den heer H. W. A. Behrens, die ook verschillende monsters drink water scheikundig onderzocht. Het bacteriologisch onderzoek van het water van de pomp bij een melkverkooper, waar zich een geval van typhus had voorgedaan, evenals van het water van de pomp der Sareptastichting, had plaats in het Centraal La boratorium ten behoeve van het Staatstoezicht op de Volks gezondheid te Utrecht. Bij het onderzoek van eenige woningen, die voor onbe woonbaarverklaring in aanmerking komen, werd van de hulp van een deskundige gebruik gemaakt. Het onderzoek van het witte- en roggebrood der bakkers hier ter stede, geschiedde door de heeren H. W. A. Behrens en H. J. Smith, onder leiding van het lid der Commissie, den heer Dr. j. Oudenampsen. B. Huishoudelijke zaken. In het jaar 1912 zijn gehouden 11 gewone vergaderingen, 1 buitengewone en 1 openbare vergadering. De gewone vergaderingen hadden plaats op 25 Januari, 29 Februari, 28 Maart, 25 April, 30 Mei, 27 Juni, 25 Juli, 26 September, 31 October, 28 November en 19 December. De buitengewone vergadering tot het opmaken eener aanbeveling aan den Commissaris der Koningin ter voor ziening in de vacature van secretaris dezer Commissie had plaats op 4 Januari en de openbare vergadering op 29 Februari. Alle vergaderingen werden ten gemeentehuize gehouden. Het verslag van de handelingen en bevindingen der Commissie over het jaar 1911 is vastgesteld in de ver-

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1912 | | pagina 89