Bijlage L.
2
de Graafschap afkomstig zijn. De afleveringen van
den Rembrandt-Bijbel zijn nu voltallig. Dank zij de
Rembrandt-Commissie bezit het museum een mooi
werk van blijvende waarde.
Aangekocht werden meer en belangrijker stukken
dan in 1909: 3 steenen, die waarschijnlijk tot een fries
behoord hebben; 4 urnen, die bij Deutichem werden
opgegraveneen kleerenkist en enkele munten van de
Graafschap.
Teruggevraagd werden 4 in bruikleen gegeven voor
werpen.
Er werden 11 tentoonstellingen gehouden.
Tijdens de maand Februari stond de heer J. L. SPIER
aan het museum reproducties naar schilderijen van
Rembrandt af. Dit was de eenige verzameling, die
dit jaar door een particulier werd ingezonden. Hoe
aangenaam zou het zijn, indien eens meer tijdelijk col
lecties werden afgestaan. De tentoonstelling van Hin-
delooper werk trok zeer veel bezoekers; de andere
tentoonstellingen werden matig bezocht.
Ten slotte een woord van welgemeenden dank aan
den heer BLAUPOT TEN CATE, die tijdens de lange
afwezigheid der secretaresse, de zaken van het museum
zoo goed heeft behartigd.
De concierge gaf in het afgeloopen jaar door zijn
ijver alle reden tot tevredenheid.
De Commissie van beheer,
C. ENGELEN,
Secretaresse.
Bijlage L.
3
Lijst van aanwinsten over het Jaar 1910.
Januari. Aangekocht door de museum-commissie
Drie stukken van een steenen fries, in Renaissance-stijl
laat 16e eeuw.
1. Waarvan de hoogte 14 c.M. en de breedte 25 c.M.
bedraagt is versierd met familiewapen met ankerkruis,
een figuur, dat voorkomt in de Wapens der Zutphensche
geslachten ter Mersche (14 eeuw.), Van der Voorst
(15e en 16e eeuw.), Bentinck (16e eeuw) en ook inliet
Wapen van Zutphen zelf.
2. Waarvan de hoogte 14 c.M. en de breedte 25 c.M.
bedraagt, is versierd met een familiewapen in lood
rechte verdeeling; de eene helft met een smalle faas
(devise), waarboven een haak; dit wapen voerde in
dien tijd de familie van Holthuesen; de andere helft
vertoont 3 jachthoorns van een nog niet bekend Zut-
phensch geslacht.
3. Waarvan de lengte 48 c.M. en de hoogte 35 c.M.
bedraagt, is versierd met een vrouwenkop in een cir
kelvormig gehouwen lijst. De vrouwenkop is en face
weergegeven en is gekapt met een platte muts, waarvan
de buitenrand aan weerszijden als een ramshoorn naar
het gelaat is omgebogen. De top van de muts loopt
uit in eenige krullen, die gelijken op een heraldieke
lelie, aan weerskanten komt onder de hoorns van de
muts een zware vlecht te voorschijn, die over de borst
neerhangt. Het gewaad der vrouw sluit hoog aan den
hals; onder haar kin draagt zij een bef. Rechts van
de cirkelvormige lijst is een gevleugelde meerminfiguur;
blijkens een klein fragment is ook links een dergelijke
figuur aanwezig geweest. Onder dit beeldwerk staat
een Gothisch opschrift, waarvan het eerste gedeelte