28
een voorschot ad 35000,— te verstrek
ken, onder voorwaarde, dat het Rijk een
jaarlijksch subsidie verleent van ten minste
Ó550,— en eene tegemoetkoming in de
oprichtingskosten van ten minste ƒ2000,
en de provincie een jaarlijksch subsidie
van ten minste 1311,
ló October. Besluit aan Burgemeester en Wethouders,
boven het toegekende crediet van ƒ1000,—
voor baggeren in het Zuiderhavenkanaal,
alsnog een crediet te verleenen van 1974,
en machtiging aan Burgemeester en Wet
houders tot liet aangaan eener overeen
komst met Ten Hoopen.
2 November. Benoeming van J. W. Kruisselbrink te
Winterswijk, tot onderwijzer aan school F.
Onderhandsche verhuring aan de f" J. H.
Bakker en Co. van grond aan den Warns-
veldschen weg.
Eervol ontslag aan W. J. Schillemans, als
lid der Commissie tot Wering van School
verzuim.
Eervol ontslag aan S. Elzinga, als onder
wijzer aan school D.
Besluit, op voorstel van den heer Lager-
weij, tot het aanstellen van een opzichter
voor landerijen en plantsoenen op eene
jaarwedde van 800,
Aanneming voorstel Engelen c.s., tot aan
stelling Controleur voor de Gemeente
belastingen, op proef voor den tijd van
20
2 jaren en dien ambtenaar een tractement
toe te kennen van 1400,
2 November. Aanneming voorstel Bonté de IJsselbrug
in eens, bij aanbesteding, te herstellen en
volgn. 77 der begrooting 1909 te ver-
lioogen met 10000,te vinden uit een
geldleening, aflosbaar in 3 jaren.
Aanneming voorstel Mulder, tot toeken
ning eener subsidie ad 250,— aan de
Zutphensche Vereeniging tot bestrijding
der Tuberculose.
Toekenning subsidie ad 200,— aan het
Zutphensch Comité voor Drankbestrijding.
Besluit om over 1909, 44 opcenten te
heffen op de hoofdsom der Personeele
Belasting.
Besluit den gasprijs over de gewone meters
te bepalen op 6 cent en over de munt
meters op 7 cent.
Vaststelling der Gemeentebegrooting voor
1909, in ontvangst en uitgaaf op een be
drag van 688710,07L
16 Afwijzend beschikt op het adres van de
Tramweg Maatschappij „de Graafschap,"
in zake rentegarantie.
Besluit tot het benoemen eener Commissie
van 3 leden, tot onderzoek van het door
den heer Bonté uitgesproken vermoeden,
dat de Directeur der Gasfabriek en Water
leiding zich zou hebben schuldig gemaakt
aan meineed.