Bijlage B,
28
Bijlage IV.
Ondergeteekenden hebben op verschillende data onder
zoek ingesteld naar de gegrondheid van een klacht over
stank in de vestinggracht achter de Buitensocieteit.
Op de verschillende tijdstippen van hun bezoek hebben
zij persoonlijk geen stank kunnen waarnemen. Zij achten
evenwel de mogelijkheid niet uitgesloten, dat er nu en
dan, en vooral des zomers, zich stank ontwikkelt.
In de onmiddellijke nabijheid van de Nieuwstadsbrug
toch mondt het hoofdriool uit, waarop verschillende zij
riolen hun inhoud uitloozen. Deze zijn gelegen in:
den Deventerweg met 28 huizen of - 168 bewoners
Coehoornsingel 50 300
Rozenhoflaan 36 9in
Jacob Damsingel 1
het Ziekenhuis 5Q
de Buitensocieteit 9n
Samen 760 bewoners.
Nemen wij nu aan, dat 6.25 Liter huiswater per uur en
per bewoner op die riolen afgevoerd wordt en stellen wii
een afvoertijd van 12 uren per etmaal, dan wordt e
gemiddeld:
760 12 X 625 57 m:'- huiswater per etmaal
door het hoofdriool op die gracht geloosd.
Het regenwater buiten rekening latende, ofschoon dit
veel vuil van de straten meevoert, komt bij het berekend
bedrag nog de overstorting van enkele beerputten die
met onder den maatstaf van 6.25 L. is begrepen.
Het is dus duidelijk, dat er alzoo veel vuil in de Buiten
gracht wordt afgevoerd, dat bij stilstaand water tot be-
zinkmg en rotting over zou gaan en stank verspreiden kan.
Bijlage B.
29
De gemeente beschikt echter over krachtige spuimiddelen:
zoo vindt men een spuiduiker in den Jacob Damsingel,
die het riool in dien singel en dat in het Zwarte wegje,
zoomede een gedeelte van het hoofdriool in den Deven
terweg doorspoelt.
Verder een duiker in den Berkeloever, die de gracht
achter het Ziekenhuis en het riool in den Coehoornsingel
schoon spuit en eindelijk ligt er in den rechter Berkel
oever in den Nieuwen v/andelweg een sluis, wijd
0.80 M. met den dorpel op 5.24 -+- A.P. die geregeld de
Buitengracht ververschen kan.
Toen wij de plaatselijke gesteldheid in oogenschouw
namen, was er bij een grachtstand van 5.80 M. -+- A.P.
(aan de Peilschaal b/d Nieuwstadsbrug) een krachtige
waterstroom waar te nemen. Niet alleen was dit het geval
in de Buitengracht, maar ook op verschillende punten van
de geheele afvoerleiding tot de Polbeek toe. Deze afvoer-
leiding wordt bepaald door de spoorsloot en verder onder
door de Doorlaatbrug van den spoorweg ZutphenZwolle,
vervolgens door de verruimde sloot in den Marschpolder
door een steenen duiker, wijd 0.75 M. met een dorpel
hoogte van 4.30 M. -t- A.P.alzoo komt het water zuide
lijk in de Polbeek, langs welke het afvloeit naar den IJssel.
Gedurende ons bezoek namen wij eenige oppervlakte
snelheden waar en wel:
In de Spoorsloot bij een waterdiepte van 0.50 a
0.80 M. 0.70 M. l-o
Beneden de Doorlaatbrug bij een waterdiepte van g
0.50 a 0.80 M. 0.65 M.
Bij de ontmoeting a/d Polbeek bij een waterdiepte I
van 0.40 a 0.60 M, 0.17 M. I
S
•■o rs
300
M