Bijlage A. 4 Inrichtingen. Op de mestbergplaats hadden eenige noodzakelijke herstellingen en veranderingen plaats. In een der loodsen, die te laag was voor de nieuwe wagens, werd eene gelegenheid gemaakt om de paarden, gedurende het schaften, te kunnen stal len, terwijl het overschietende gedeelte bestemd werd voor schaftlokaal voor de werklieden. De klacht over de ruw in den grond gegraven putten voor beerberging, werd weggenomen, door dat een flinke put van gepraepareerd hout, gemaakt werd met een inhoud van 300 M'k; de bodem is gemaakt van eene laag steenen, ingewasschen en overstreken met cementspecie, zoodat geen beer meer wegzakt of door de zijwanden wegvloeit. Weliswaar is ijzercement, in plaats van hout, veel duurzamer en degelijker en daarom het meest aan gewezen materiaal voor een dergelijken put, doch daar het zeer onzeker is, hoelang de mestbergplaats nog aan den Buitensingel gevestigd zal blijven, worden de noodigste veranderingen op de minst kostbare wijze uitgevoerd. Om dezelfde voorname reden, wordt ook geaarzeld definitieve voorstellen te doen ten opzichte van andere noodzakelijke behoeften, zooals: bestrating, verlichting, ruimere waschgelegenheid voor de tonnen' een 2en beerput enz. Met het oog op de kosten, welke deze verbeterin gen zullen vergen, is het dienstig te overwegen of zij op het bestaande terrein aangebracht zouden kunnen Bijlage A. 5 worden, in welk geval het nog de vraag blijft of de verplaatsing der mestplaats door de toenemende be bouwing van het omliggende terrein, in de naaste toekomst noodzakelijk zijnde, het maken dezer kosten wettigen zou. Bespanningen. De noodige bespanningen werden, bij vernieuwde inschrijvingen, geleverd als volgt: door H. Dammers Jr. 7 J. Bobbink 3 H. J. Barmentlo 1 Totaal 11. Over het algemeen waren bij deze aanbesteding de sommen iets hooger dan vorige jaren, wat kan worden toegeschreven aan het verscherpen der voorwaarden. Toch ligt het voor de hand, dat de aannnemers het goedkoopste paard en een, een gering werkloon vragenden voerman leveren zullenvooral van het laatste zijn ook dit jaar de nadeelige gevolgen voor den dienst weder gevoeld. Deze voerlieden, meest zeer jonge, weinig plichts gevoel bezittende jongens, moeten meestal door een gemeente-werkman geholpen wordenwat de exploi tatie natuurlijk duurder maakt. Daarbij komt nog, dat, waar tegenwoordig hoogere eischen aan dezen tak van dienst gesteld worden, het een groot bezwaar is, dat de voerlieden niet in vasten dienst zijn van de Gemeente en naar willekeur der aannemers ver wisseld kunnen worden; telkens moet dan aan zulk

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1906 | | pagina 106