Bijlage
Den heer J. VAN DER HORST, onderwijzer aan
school Gwerd bij raadsbesluit van 26 Juni een verlof
tot 1 September verleend, wegens ziekte, welk verlof
bij raadsbesluit van 8 September werd verlengd tot
half October. Gedurende zijne afwezigheid werd zijne
functie waargenomen door Mej. M. H. K. Lenderink.
Aan school H trad op 1 Februari 1905 in functie
Mej. J. A. VAN DEN Berg, tot die betrekking benoemd
bij raadsbesluit van 12 December 1904.
De gezondheidstoestand van het onderwijzend perso
neel aan school I was in het afgeloopen jaar zeer
ongunstig. Verlof tot herstel van gezondheid moest
worden verleend aan Mej. Gerritsma (bij raadsbesluit
van 1 Mei 1905 voor 4 weken) en aan Mej. C. E. DE
Herder (bij raadsbesluit van 1 October voor 2 maan
den.) Door Burg. en Weth. werd bij besluit van 5 Mei
Mej. N. Westerbeek van Eerten aangewezen om
de functie van Mej. J. GERRITSMA waar te nemen, ter
wijl bij besluit van Burg. en Weth. van 21 October
tot tijdelijk onderwijzer werd aangewezen de heer A.
SPIEGELENBERG om de betrekking waar te nemen van
Mej. C. E. de Herder en van den heer F. L. Fahro,
die ter zelfder tijd ziek was. Ook de iflto onderwijzer
de heer W. Meijer was geruimen tijd wegens ziekte
afwezig.
Aan Mej. K. Lenderink werd bij raadsbesluit van
1 Mei eervol ontslag verleend, en bij raadsbesluit van
5 Juni tot haar opvolgster benoemd Mej. C. E. DE
Herder, onderwijzeres te Putten, die op 15 Augustus
hare betrekking aanvaardde; terwijl het aantal onder
wijzers aan deze school met één werd vermeerderd door
Bijlage E.
3
de benoeming van den heer R. Brunsting te Meppel,
welke benoeming plaats had in de raadsvergadering
van 20 November.
Aan de R. C. meisjesschool trad in plaats van Mej.
M. H. van Bergen met 1 September als hoofd op
Mej. M. van Nistelrooij terwijl op dienzelfden
datum Mej. P. M. E. Steverding in de plaats kwam
van Mej. M. van Bers.
Op 1 Juni werd op de R. C. Jongensschool de
heer A. H. Hüsken vervangen door den heer H.
G. LouiSSE.
De heer T. de BüER, die op 1 Februari 1905 aan
de school voor Chr. Nat. Onderwijs (Hoofd de heer
G. W. Ormel) in functie trad, verliet die betrekking
den 29 December d.a.v. wegens zijne benoeming tot
hoofd der school te Hoornbergum. Mej. H. Mulder
werd op 1 Juli vervangen door Mej. H. M. Ribbers,
op 1 November de heer A. H. J. Jansen door den
heer W. A. Rietveld; terwijl de heer K. Dam,
onderwijzer met hoofdacte, in 1905 benoemd, op
1 Januari 1906 zijne betrekking aanvaardde.
Aan de school voor ChrNat. Onderwijs (Hoofd de
heer DE Zeeuw) werd de heer K. G. Rouwenhorst,
die 1 September I9°S naar Doetwchem vertrok, ver
vangen door den heer A. F. van NEUTEGEM uit H.
I. Ambacht, terwijl de heer Joils de Zeeuw op 29 Mei
zijne betrekking als onderwijzer aan deze school had
aanvaard.
Aan Mej. A. MlCHIELSEN, hoofd van school A, moest
wegens ziekte, bij raadsbesluit van 26 Juni, een verlof
worden toegestaan tot 1 September. Mej. ViSSER nam
2