Bijlage K.
4
oud Zutpliensch en Geldersch snijwerk en een kleine
collectie koperwerk aan.
In het najaar werd begonnen met het tweede gedeelte
van de in art. i der genoemde voorwaarden omschreven
taak van het Museumn.l. het organiseeren van tijde
lijke tentoonstellingen van oudheden of voortbrengselen
van kunst en kunstnijverheid.
Wegens de vele werkzaamheden en kosten, verbonden
aan het houden van tentoonstellingen op het gebied
der oude kunst en kunstnijverheid bepaalden wij ons
voorloopig tot de nieuwe.
Achtereenvolgens werden in het verslagjaar tentoon
stellingen gehouden van :teekeningen voor een reclame-bil
jet, ingekomen op eene door de Vereeniging „Zutphen
Vooruit" uitgeschreven prijsvraag; een door de firma
Frederiks Zn. alhier vervaardigd ameublement en
eenige voorwerpen op het gebied der moderne kera
mische kunst; schilderijen van den heer M. W. van
der Worp alhier; schilderijen van de Gooische schilders
club „de Tien"; krijtteekeningen en aquarellen van
den heer Gerard Muller te Amsterdam; teekeningen
aquarellen en fotografiën van de Vereeniging St. Lucas
aldaar. Na het einde van het verslagjaar werden de
tijdelijke tentoonstellingen voortgezet.
Deze tentoonstellingen trokken een druk bezoek. Zij
werkten er in hooge mate toe mede om de belangstelling
in het Museum gaande te houden, daar velen, die de
tentoonstellingen kwamen bezichtigen van die gelegen
heid gebruik maakten om de oudheden te zien of de
kennismaking daarmee te hernieuwen, terwijl aan de
andere zijde die bezoekers, welke speciaal voor de
Bijlage K.
5
collectie oudheden kwamende gelegenheid niet onbe
nut lieten, om door middel van de tijdelijke tentoon
stellingen, ook van de voortbrengselen der nieuwe
kunst te genieten.
Wij zijn dan ook door de ervaring bevestigd in onze
overtuiging, dat het goed is geweest deze twee zaken
te combineeren, aangezien daarin het middel wordt
gevonden om de belangstelling voor de collectie op het
Museum niet te doen verzwakken, en tegelijkertijd een
goeden invloed uit te oefenen op den kunstsmaak van
het publiek. Met het oog op den stand der financiën
zal het intusschen wellicht aanbeveling verdienen, in
het volgende seizoen de tijdelijke tentoonstellingen niet
zoo kort op elkander te doen volgen. Een bezwaar
daartegen is, dat de zaal aan de Hofstraat, die door
het plaatsen van een beschot geheel voor dit doel is
ingericht, en daaraan goed beantwoordt, er dan, in de
tusschenruimten tusschen de tentoonstellingen, eenigs-
zins onttakeld uit zal zien.
In het halfjaar, waarover dit verslag loopt, werd het
Museum bezocht door 2141 betalende en ongeveer 5200
niet betalende bezoekersgetallen die groote reden tot te
vredenheid geven.Gedurende den eersten tijd 11a de op
richting was de toeloop het grootst. De tijdelijke
tentoonstellingen deden later de belangstelling telkens
weder opnieuw tot een flinke hoogte stijgen. Van de
eerste proeven met geheel gratis-openstelling, evenals
van het heffen van eene entree van 25 ets van Maandag
Ter vergelijking diene, dat het Oudheidkundig Museum te
Dordrecht (met ruim 40.000 iuw.) in 1003 werd bezocht door 1119
beteleuden en 754 niet betalende, het Museum to Arnhem (met ruim
58.000 inw.) door 152 betalende en 703 niet betalenden.