58 Volgens art. 38 van het Reglement werden op last van het gemeentebestuur hiervan gratis verpleegd 23 mannen en 32 vrouwen. Gemiddeld ontvingen 14 personen uit deze gemeente gratis iederen dag een portie bouillon. Evenzoo wer den gratis aan verschillende zieken verstrekt 410 porties ijs. In het Ziekenhuis gebruikte men 39 en in het Krankzinnigen-gesticht 3, alzoo in het geheel 452 portie's ijs. Na het inwerking stellen der ijsmachine, op 26 Augustus, werden nog afgeleverd aan diversen 1968 K G. bacterie vrij ijs. Bestuur. In den loop van het jaar traden af de HH. J. VAN de Velde en H. D. Mispelblom Beijer; de eerste bedankte, de laatste vertrok naar elders; zij werden vervangen respectievelijk door de HH. E. G. Volicersz en F. A. Baron VAN ITTERSUM. De Heer E. G. Vol icersz, die volgens den bestaanden rooster aan de beurt van aftreden was, werd door den gemeenteraad op nieuw benoemd. Ambtenaren en verder Personeel. Ziekenhuis. Onder leiding van Mej. KOBUSals Huismeesteres, waren den lsten Januari 1895 in het Ziekenhuis werk zaam 3 verpleegsters en 2 verplegersbenevens een werk- en een keukenmeidéén verpleger en de werk meid verlieten den dienst en werden door anderen vervangen. Aan het Lazareth waren voortdurend verbonden de hoofd verpleger en verpleegster, terwijl voor het onder- 59 houd der tuinen door den vasten arbeider zorg werd gedragen. Krankzinnigen- Gesticht. Met ingang van den isten Augustus werd de bleeker H. J. Kolkman gepensionneerden traden voor hem als zoodanig in dienst A. J. B. Hessling en echtge- noote. Ook verliet de Magazijnmeesteres, Mej. R. PlEBENGA, die als Adj. Directrice aan de kookschool te Arnhem benoemd was, den 13 September hare betrekking, waarin als haar opvolgster Mej. M. Bakker optrad. In het afgeloopen jaar verlieten 27 oppassers en 12 oppasseressen, om verschillende redenen hunne betrek king; één oppasser overleed, terwijl 28 oppassers en 9 oppasseressen in dienst traden. Als vroeger bestond het inwonend personeel uit 1 machinist, 1 smidsknecht, 2 bakkers, 1 kantoorknecht, 1 magazijnknecht tevens hulpkok, 1 portier, 2 keuken meiden, 3 werkmeiden, 3 linnenmeiden, 1 naaister, 1 nachtwacht, terwijl op de bleekerij de reeds genoem de bleeker en zijne ec'htgenoote, benevens een knecht, geregeld werkzaam zijn. Voorts waren de volgende uitwonende werklieden geregeld aanwezig: een assistent-machinist, 1 wever, 1 kok3 kleermakers1 schoenmaker, 2 behangers, 2 metselaars, 2 timmerlieden, 5 ververs, 2 tuinlieden, en 2 arbeiders, terwijl bijna 't geheele jaar 2 witters en een noodhulp-verver dienst deden. In de stoomwasscherij werkten geregeld 7 wasch- vrouwen

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1895 | | pagina 31