6
blik f 2000, bedraagt, terwijl zijn voorganger bij
diens vertrek f 2300,genoot.
Tengevolge van eene daarover met den Heer Inspec
teur gevoerde correspondentiemeenden wij echter beter
te doen, aan ons voornemen vooralsnog geen uitvoering
te geven. Het zal echter wel nauwelijks vermelding
behoeven, dat wij ons thans te meer gedrongen gevoe
len te zijner tijd met een dergelijk voorstel voor den
dag te komen, en dat wel zoodra zulks met volle ad-
haesie van den Inspecteur kan geschieden en dat wij
vertrouwen dat alsdan bij U eene gunstige overweging
zal vinden.
Bij Koninklijk Besluit van 24 Juli 1893 n°. 24 werd
Dr. Fockens leeraar in het Nederlandsch en Hoog-
duitsch, benoemd tot Schoolopziener in het Arrondisse
ment Groenlo. Yertrouwende dat de daaraan verbonden
werkzaamheden zijne, tot nu steeds nauwgezette, plichts
betrachting aan het Gymnasium niet in den weg zullen
staankunnen wij ons niet anders dan oprecht verheu
gen in die voor hem zoo eervolle onderscheiding.
Wat ons college aangaat, ook daarin kwam geene
verandering.
Onder de door ons in het afgeloopen jaar behandelde
onderwerpen is er een, dat eene bizondere vermelding
in dit verslag verdient.
In November 1.1. ontvingen wij van het Curatorium
over het Erasmiaansch Gymnasium te Botterdam een af
schrift van een aan Hare Majesteit de Koningin Weduwe-
Begentes verzonden adres, waarbij wijziging van de
7
Koninklijke Besluiten van 21 Juni 1887, Stbl. n°. 105,
en 106) werd gevraagd en wel in dien zin:
dat le het onderwijs in de Wiskunde Yoor de leerlingen
Diploma A worde ingekrompen en de daardoor vrij
vallende lesuren voor de Nieuwe talen mogen bestemd
worden
2e voor de leerlingen Diploma B na de 4e Klasse het
onderwijs in het Grieksch vervalle, ten einde in de
plaats daarvan eene betere opleiding in de Natuur
kundige wetenschappen te stellen, bij instemming
waarvan ons tevens werd verzocht daarvan door een
adres van adhaesie te doen blijken.
Na in onze vergadering van 29 November j.l. daar
over het gevoelen van Bector en leeraren te hebben
ingewonnen, besloten wij aan dat verzoek te voldoen
niettegenstaande het advies van Heeren Docenten zeer
verdeeld was. Daarbij viel het ons echter op, dat de
Heeren Litteratoren bezwaren tegen de inkrimping van
het onderwijs in het Grieksch te berde brachten, terwijl
de Heeren Philosophen eene betere opleiding in de na
tuurkundige wetenschappen voor Diploma B. beplei
tende minder gunstig dachten over de inkrimping van
de Wiskunde voor Diploma A.
Ons echter kwam het voor, dat zoowel voor de aspi
ranten voor Diploma A eenig meerder onderwijs in de
Nieuwe talen, als voor die voor Diploma B eene betere
voorbereiding in de Natuurkundige vakken zeer gewenscht
is en dat zulks niet te verkrijgen is zonder dat
voor beiden het onderwijs in een der andere vakken