terwijl de herexamens tot resultaat hadden, dat alsnog: tot de 3e klasse kon worden bevorderd 1 leerlinc na examen in de Geschiedenis, tot de 4e klasse kon worden bevorderd 1 leerling na examen in Engelsch en Wiskunde, en tot de 5e klasse kon worden bevorderd 1 leerling na examen in de Wiskunde, de tweede voorwaardelijk tot de 5« klasse bevorderde leerling, aan wien een herexamen in bet Neder- landsch was opgelegdwerd helaas even voor bet einde der groote vacantie door den dood aan de zijnen en het Gymnasium ontrukt. Bij den aanvang van den cursus 1893/94 keerden niet terug één der niet bevorderde leerlingen der le ld. en de twee niet 3e ki zoodat de lessen op 5 September aanvingen met 53 leerlingen, over de verschillende klassen verdeeld als volgt: in de le klasse 12 9 5e 13 en 6e 6. Dat getal werd echter nog voor het einde van het jaar weder gereduceerd tot 52, door het vertrek van den op 4 September toegelaten leerling der 5e klasse. Zoo dikwijls wijin het welbegrepen belang der leerlingen zulks noodig, ja zelfs nuttig oordeelden, wer- 5 den de verzoeken om onze toestemming tot het ontvan gen van privaatlessen van een der leeraren steeds inge willigd. Ernstige vergrijpen tegen de tucht of orde kwamen niet te onzer kennis en de leeraren betuigden ons hunne tevredenheid over den door de leerlingen in het alge meen betoonden ijver en vlijt. Dit jaar mochten wij ons verheugen in het feitdat er geen enkele verandering in het leeraars-personeel plaats vond. Is toch in het algemeen een zoo stabiel mogelijk leerarenpersoneel steeds gewenscht van het onze mag daarbij met recht worden verklaarddat iedere verandering wel eens geene verbetering zoude kunnen blijken te zijn. De Heeren Dr. Blokhuis en Mellet die, blijkens ons verslag over het jaar 1892, aanvankelijk voor den tijd van één jaar waren aangesteld, werden in Uwe ver gadering van 3 Juli van dit jaar definitief tot leeraren, respectievelijk in de oude talen en het Fransch, benoemd en daardoor met hechtere, zij het de hechtste banden, aan ons Gymnasium verbonden. Vreezende, dat Dr. A. J. Swart, leeraar in de Wis kunde, in gelijke betrekking aan de Hoogere Burger school te 's Gravenhage zoude worden benoemd en het vertrek van dien verdienstelijken leeraar zoo mogelijk wenschende te voorkomen, was het aanvankelijk ons voornemen dezen zomer de noodige stappen te doen, om eene onzes inziens billijke en geleidelijke verhooging van zijn salaris te verkrijgen, welk salaris op dit oogen- 4 t) T) V 2e 9 n 3e 7 v r 4e 6

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1893 | | pagina 69