104 De dubbelklokvormige isolatoren zijn bevestigd Op amerikaansch grenen dwarsarmenwelke in den paal een weinig ingelatenen voorts met beugels daaraan bevestigd zijn. De dwarsarmen Zijn bovendien onderling door ijzeren stangetjes verbonden. Elke paal is voorzien van een stel klimijzers, be staande uit twee doorloöpende reepen plaatijzer van 37 bij 13 mM., waaraan de ijzeren treden zijn geklonken. De reepen zijn op afstanden van 70 cM. met schroeven aan den paal bevestigd. Bizondere vermelding verdient de paal, die in den „Naadzak" is geplaatst. De ruimte aldaar bleek nl, zoo beperkt te zijn, dat er geen paal van de vereischte afmeting kon worden aangevoerd, zoodat men er toe is moeten overgaan, hem uit twee stukken samen te stel len, welke met een lasch van 2,5 M. lengte in elkaar zijn gewerkt. Ter versterking zijn bovendien kanaal- ijzers in den paal gelaten, welke met behulp van bou ten en schroeven de schuine zijden der lasch tegen el kaar drukken. Door de eigenaardige ligging van den toren van het „Wijnhuis", waarin het centraal-telephoonbureel is ge vestigd kon onmogelijk met één enkele centraalstelling volstaan worden, doch moest, voor de richting D een afzonderlijke stelling aan de andere zijde van den toren gebouwd worden. De centraal-stelling, vanwaar de routen A, B en C uitgaan, heeft 8 opgaande stijlen van hoekijzer met zijden van 75 bij 13 mM., welke onderling door 19 dwarsarmen, 105 lang 3,30 M. en mede van hoekijzer met zijden van 62 bij 10 mM. verbonden zijn. De centraal-stelling voor de route D, bestaat uit 3 stijlen en 5 dwarsarmen. Vermits de trekking van de draden bij deze stelling in ééne richting plaats heeft, was eene stevige verankering met schoren en stagdraad onontbeerlijk. Op gelijke wijze als dit ook bij de overige stellingen is geschied, zijn de stijlen door het dak binnengevoerd, en daar bevestigd aan tot dat doel speciaal aangebrachte balken en binten. In het geheel bevat het Zutphensche telephoonnet 32 steunpunten, nl. 2 centraal-stellingen14 palen. 7 groote, ook wel dubbele stellingen genoemd en 9 kleine stellingen. Ten einde het gevaar van het in elkaar slingeren der draden tot een minimum terug te brengen, heeft men auch beijverd, de draden uitsluitend bij de isolatoren te lasschen. De twee uiteinden zijn daartoe, in tegen overgestelde richting, tweemaar om den isolator gesla gen en vervolgens vijfmaal stijf om den eigen draad gewikkeld. Daarna werden beide draadeinden tot op 6 a 7 cM. afgeknipt, naar het midden van den isolator omgebogen en ten slotte over eene lengte van ongeveer 2 cM. schroefvormig in elkaar gedraaid. Bij de overige isolatoren, is het draad één slag om den isolator gelegd en vervolgens met koperdraad vast gebonden, ten einde bij het eventueel breken van een

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1893 | | pagina 54