toTdeT "d" T,"C °Pe"bare Sd,OC'1 deze ^meente, werd t De van den laats,ei werd tevens met vijftig gulde„ verhoogd wegens het verkrijgen der hoofdacte. b Aan school F: de heer G. J. Reerink, wegens driejarig verblijf als onderwijzer aan eene openbare school in deze Gemeente, tot de tweede klasse. an school H\de heer R. ScfïORTtNGHJJIS tot de Hoogste klasse, daar hij drie jaren in de tweede klasse geplaatst was en ui het bezit is der hoofdacte. Mejuf frouw H. Reveeman tot de tweede klasse, wegins driejarig verblijf als onderwijzeres aan eene openbare school in deze Gemeente. Nog steeds is het aantal leerlingen der hoogste e van school D bijzonder groot. Er zijn thans 49 leerlingen daarin geplaatst. Even als in het vorige verslag dringt de Commissie er op aan, dat de hoogste Iasse m twee afdeelingen gesplitst worde, daar er klasse^volgen."ZdfS in die De Commissie acht bovendien de opmerking niet overbodig dat het stellen van strengere eischen voor de bevordering tot eene hoogere klasse, niet alleen het euvel van overbevolking der hoogste klasse zou kunnen vermin eren, maar tevens op paedagogische gronden wenschehjk moet geacht worden. pelen acht het ^nschelijk, dat er maatre- g en beraamd worden, ten einde te voorzien in de ehoefte aan herhalingsonderwijs voor jongens. Voor herhir 18 far,t0e d£ geIegenh£id nopend op de avond- rhahngschoolverbonden aan school H. Voor jon- 11 gens bestaat in deze Gemeente geen gelegenheid voor herhalingsonderwijs. Wel is aan de burger-avondschool eene voorbereidende klasse toegevoegdbestaande uit twee afdeelingen, ieder met eenen cursus van één jaar, doch deze kan uit den aard der zaak niet voldoen aan de eischen, aan herhalingsonderwijs te stellen. Het doel van die voorbereidende klasse is, de leerlingen voortebereiden voor het technische onderwijs, aan de burger-avondschool gegeven en nu eene reorganisatie van de burger-avondschool aan de orde is, waarbij uit den aard der zaak geen rekening kan gehouden worden met de eischen van het herhalingsonderwijs, acht de Commissie het noodzakelijk, dat dit herhalings onderwijs zelfstandig worde geregeld. De Commissie heeft in den loop van het jaar ge meend ongunstig te moeten adviseeren op het verzoek van het onderwijzend personeel tot wijziging der ver ordening, regelende de bezoldiging van het onderwij zend personeel. De gronden voor haar ongunstig advies heeft zij ontwikkeld in eene missive, waarvan de inhoud is voorgelezen in de Raadszitting van 4 April 1892. Daarin echter heeft de Commissie tevens hare overtui ging uitgesproken, dat er grond bestaat tot herziening van enkele bepalingen dier verordening, en zich bereid verklaard desverlangd daarover rapport uit te brengen. Tot nu toe is de Commissie niet in de gelegenheid gesteld, hare meening hieromtrent te formuleeren. Zij acht het daarom haren plicht er op te wijzen, dat het haar wenschelijk voorkomt, bovengenoemde veror dening in dien geest te wijzigendat voor die onder wijzers en onderwijzeressen, die in het bezit zijn der IO

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1892 | | pagina 88