i8 ®i «.Ito verschillende uitkomsten van het bacte- nologisch en het chemisch „„dersoek werd i„ o„s rap- Port er op gewezenda. aan het laatste de beslissing Selate° W°rde"' let bacteriologisch onder teek van water ons tot „ogtoe onmogelijk Wgeven om,ren, de aanwezigheid van schadelijke Om nog eene andere reden had het ingestelde bac,e„oog„ch onderzoek „iet de minste „aarde: daar in de buizen gevonden bacteriën be wijst, aangezien zich de onschadelijke waterbacterien «Js in he, re,„waterreservoir en daarna in de buizen teer spoedig aanzienlijk vermenigvuldigen, zooda, he, ac er,„logisch onderzoek van het uit de bulzen getapte wa er ons mets kan Ieeren aangaande den toestand van Ire, water uit de filters en de werking van deze. Volgens uitstekende bacteriologen, o.a. Prof. Flugge RbzkscH, Prof. V0N PETTENKOrER> enz heeft het on' «zoek „aar het aantal bacterien fMK waarde. Slechts het aantoonen der pathogen, bacterie,, zou in dit op. nicht beteekenis kunnen hebben, doch dit is tot nogto. vorens de eerste autoriteiten „p di, gebied, zooals tof. VON Pettenkofer, Prof Woeffhcigel, Prof iKER en nog vele anderen, die wij straks zullen noemen, met met zekerheid gelukt. Daar bovendien de Zutphensche Waterleiding haar *9 water niet put uit bewoonde streken of uit de rivier, doch uit aardlagen, die buiten de stad en onder eene ondoordringbare kleilaag gelegen zijn, kon, volgens ons rapport, van het doordringen van pathogene bacteriën geen sprake zijn. Wegens de gunstige uitkomsten van het chemisch onderzoek werd het water dus door ons met gerustheid aanbevolen. Het raadslid, Jhr. Mr. D. O. Engelen, nog niet tevreden met dit geruststellend rapport der Gezond heidscommissie, heeft gemeend daaromtrent het advies te moeten inwinnen van Prof. Engelmann te Utrecht. Deze gaf in dit advies als zijne meening te kennen dat het chemisch onderzoek nooit de aanwezigheid van bacteriën, laat staan van pathogene bacteriën, kon aan- toonen. Dit was reeds dadelijk eene overbodige ver klaring, daar zoo iets door de Gezondheidscommissie volstrekt niet was beweerd. Hoewel nu, volgens Prof. Engelmann, het che misch onderzoek onvoldoende is, daar het zoo dikwijls in strijd is met het bacteriologisch onderzoek, zoo is toch volgens dien hoogleeraar ook het laatste niet vol komen te vertrouwen. Wel kan het, volgens Prof. ENGELMANN, in vele gevallen de aanwezigheid en den aard der bacteriën aantoonen, doch zekerheid daarom trent bestaat niet en hij wees daarbij op het jongste onderzoek van het ontwijfelbaar besmette vechtwater

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1892 | | pagina 61