daartoe over te gaan, indien de epidemie zich weer
mocht verheffen.
In laatstgenoemde missive werd door ons nogmaals
herinnerd aan de noodzakelijkheid om de straatriolen
herhaaldelijk met de waterleiding door te spoelen en
met carbolzuur of met creoline-oplossing te ontsmetten.
Ook werd daarin aanbevolen om bedoelde ontsmettings
middelen voor onvermogenden kosteloos verkrijgbaar
te stellen voor het ontsmetten van particuliere privaten,
gootsteenen, enz.
Verschillende andere belangrijke maatregelen wer
den verder, grootendeels op het initiatief der Gezond
heidscommissie met het oog op de cholera-epidemie
genomen, vooral met het doel om, reeds bij het eerste
cholerageval, dat zich in onze gemeente mocht voor
doen, volkomen gereed te zijn met de middelen tot
afzondering, ontsmetting, enz.
Daartoe werd eene subcommissie uit ons midden,
bestaande uit den Voorzitter en Dr. Sneltjes, afge
vaardigd om met U de noodig.e maatregelen in dit
opzicht te beramen.
Dientengevolge werd door het Bestuur van het
Oude en Nieuwe Ziekenhuis de barak voor besmettelijke
zieken beschikbaar gesteld tot opname van eventuëele
choleralijders, benevens de brancard tot het vervoer
dier lijders. Het daartoe bestemde personeel werd reeds
*3
bij voorbaat aangewezen; evenzoo werd, zoo noodig,
een rijtuig beschikbaar gesteld voor het vervoer, dat
dan afzonderlijk gemerkt en in het oude Rechtsgebouw
zou geplaatst worden.
Verder werden personen aangewezen om de eerste
hulp te verleenen bij het voorkomen van cholera op
schepen in de rivier, terwijl alle geneeskundigen in de
gemeente een schrijven ontvingen, waarin hun bericht
werd, dat zij bij het eerste geval, dat zich voordeed,
de noodige adsistentie en de brancard uit het ziekenhuis
konden ontbieden.
De Gezondheidscommissie heeft ook Uwe mede
werking ingeroepen om de overige personen van sche
pen op de rivier, waar zich choleragevallen voordeden
of uit woningen, waar dit het geval was, af te zonde
ren en hun eene geschikte tijdelijke verblijfplaats aan
te wijzen.
Daartoe werd door ons aanbevolen de houten loods
in het Hoornwerk, bij de Vischpoort, die met geringe
kosten daartoe zou ingericht kunnen worden. Door
den Burgemeester werd ons echter medegedeeld, dat
de bedoelde loods bewoond was en niet ontruimd kon
worden, terwijl de gemeente geene andere woning be
schikbaar had. Het zal dus noodig zijn om, mocht
de epidemie weder optreden, vanwege de gemeente tot
12