4 tonnen met het opschrift „Lazareth", 3 daarvan zijn in het gebouw. Voor het gebruik bij besmettelijke ziekte zijn 12 tonnen aanwezig op de mestplaats, ge merkt met volgnummers en voorzien van de letters B.S. Voor het gebouw der Koloniale reserve zijn 40 ton nen, bruin geverfd en gemerkt K. W. Met het verwisselen der tonnen zijn 6 arbeiders be last, terwijl bovendien voor dat doel een arbeider op de mestplaats werkzaamheden verricht. Deze werklieden genieten een weekloon van 6,—, welk loon met in gang van 1 Jan. 1893 7- zal bedragen. Eene vrouw is belast met het reinigen der tonnen, en ont vangt een weekloon van f 10,50. Drie voerlieden ver voeren de volle en ledige tonnen. Dagelijks worden gemiddeld 500 tonnen verwisseld. Het reinigen der tonnen op de mestplaats geschiedt met de meeste zorg, met gebruik van carbolzuur. Voor dat de tonnen op de wagens worden geladen, voor het vervoer naar de Stad, wordt in eiken ton nog een weinig carbolzuur gegoten. Zooveel mogelijk wordt zorg gedragen dat het ver voeren der tonnen in den voormiddag kan geschieden. De werklieden voor het verwisselen der tonnen zijn ook belast met het ophalen van afval bij de slagers en genieten daarvoor f 0,40 voor ieder karretje dat aan de mestplaats wordt aangevoerd. In 1892 werden aan- 5 gevoerd 357 karretjes met afval, waarvoor werd be taald f 142,80. Mede doen die werklieden dienst bij het ledigen van privaatputtenzij genieten voor het vullen van iedere bak/ 0,80, 50 privaatputten wer den geledigd, inhoudende 73 bakken beer en 120 bak ken water. Voor vergoeding voor de ruiming van wa ter werd ontvangen f 210,zijnde 1,75 per bak. B. Verzameling van haardasch en vuilnis. Aangaande dezen tak van dienst is de Gemeente verdeeld in twee wijken. De daarvoor aangewezen werklieden zijn belast met het ophalen van vuil langs de huizen en het schoonhouden der straten. Zij ge meten voor elke aan de mestplaats aangevoerde kar 30 cent. Er werden aangevoerd 2758 karren met droog vuil, waarvoor werd betaald ƒ827,40. Wijders is de Gemeente verdeeld in twee wijken voor het ledigen van zinkputten en uitmondingen van grachten enz., de daarmede belaste arbeiders genie ten f 0,225 (met ingang van 1 Jan. 1893 0,25) voor elke kar welke aan de mestplaats gevuld wordt aange bracht. Voor 2737 karren modder werd dit jaar be taald f 615,82r'. C. Bereiding van compost. Het straatvuil wordt bij aankomst op de mestplaats

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1892 | | pagina 50